Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
Sommige games sterven tragisch in schoonheid, Cuphead gedijdt er juist bij. Studio MDHR bestudeerde de oude nostalgische cartoons en muziek uit de jaren dertig en maakte er een waanzinnige psychedelische run and gun shooter van. En dat is maar goed ook, want anders had het publiek de hoge moeilijkheidsgraad misschien niet gepikt
Met alle computer animaties van Pixar, Disney en de Japanse studios van tegenwoordig vergeten we nog wel eens hoe uitstekend de cartoons van de jaren dertig waren. We kennen allemaal de levendige personages die uit de pen van Walt Disney en Tex Avery kwamen. Bij Max Fleisher zal bij minder mensen een belletje rinkelen.
Niet bij Studio MDHR. De negentien bazen, die de hoofdpersonages moeten bevechten om hun eigen ziel te redden, komen regelrecht uit Fleischer’s creatieve en – psychedelische – trips. Je bevecht gemene groentes, draken, kikkers, snoep, clowns, piraten, bijenkoningen, vliegende dames, vogels en het merendeel transformeert in nog iets veel waanzinnigers.
Cuphead draait om baasgevechten en dat is te merken. Deze game gaat niet zo ver als sommige “Bullet Hell shmups”, maar het komt in de buurt. De kogels, projectielen en tegenstanders vliegen je om de oren. Op het moment van schrijven ben ik ongeveer 300 keer doodgegaan, en dat was in de makkelijkste modus.
De moeilijkheidsgraden (er zijn er drie, als je dat gelooft) hebben overigens een leuke twist. Het laagste niveau kent niet alleen minder kogels, maar duren ook korter dan de normale modus. Nadeel: je mist een deel van de krankzinnige transformaties en om Cuphead uit te spelen moet je wél normal mode spelen. Dat laatste is een beetje vreemd.
De game geeft je een paar opties om je leven wat makkelijker te maken. Ten eerste kan je dashen en met de juiste upgrade ben je dan even onkwetsbaar. Daarnaast heb je de parry optie waarmee je roze kogels kan wegslaan en op die manier sneller je supermeter opvult om daarmee weer zware én ultieme aanvallen op de vijand te lanceren.
Ook bestaat er de optie om met zijn tweeën te spelen. Geen online co-op helaas, het gebeurt allemaal op je eigen bank. Dat helpt je niet alleen met extra vuurkracht. Als jij of je vriend het tijdelijke met het eeuwige dreigt te verwisselen kunnen jullie met een goed getimede parry weer tot leven worden gewekt.
Het is niet alleen boss rushes wat de klok slaat; er zijn ook een aantal (niet al te simpele) platform secties waarin je geld kan verdienen. Dat gebruik je om nieuwe wapens en charms (extra levens, rookgranaat, etc.) voor je loadout te kopen. Maar dat is het ook. Je hebt drie levens (eventueel 4 of 5 met een upgrade) en daarmee moet je het doen.
Cuphead dient dus duidelijk niet de casual gamer. Het past in de traditie van Dark Souls; dat wil zeggen net zolang met je hoofd tegen een muur bonken totdat de laatste breekt of dat je gedesillusioneerd een andere muur opzoekt. Het is een hardcore shooter en daarmee basta.
Dat betekent niet dat we alles moeten pikken. Regelmatig leg je het loodje door een verdwaalde projectiel. De besturing werkt stukken beter als je het schieten en dashen aan de trekkers van je controllers bindt. Ik had ook graag een levensmeter van de bazen gezien of iets van een teken dat je ze raakt. Het maakt Cuphead frustrerender dan nodig is.
Toch blijf ik terugkomen, vooral dankzij de animaties en de muziek. Je doorstaat alle beproevingen omdat je de volgende waanzinnige baas móet zien. Cuphead swingt de pan uit met zijn jazzy nummers. De meeste gevechten duren ook niet langer dan 2-3 minuten. Genoeg om iedere keer weer op ‘Retry’ te drukken.
Cuphead blijkt bij vlagen frustrerend en onmogelijk, maar het kan me niets schelen. De jongens van Studio MDHR hebben een van de meest creative titels van 2017 neergezet – en gezien de concurrentie is dat een enorme prestatie. Dan neem ik de hoge moeilijkheidsgraad op de koop toe – en velen met mij.