LEGO, wie is er niet groot mee geworden. De blokjes zijn een groot gedeelte van mijn leven de nagel aan mijn doodskist en tegelijkertijd de bron van plezier. Het laatste komt uit mijn kindertijd, het eerste van de LEGO-games.
Na jaren geklooid te hebben op pc en handhelds maakten de bouwsteentjes in 2005 de overstap naar de console. En dat gebeurde niet zomaar. LEGO sloot een overeenkomst af met Lucas Arts en verLEGOde de bekendste filmtrilogie ooit: Star Wars. De aankondiging verwelkomde ik destijds met de nodige scepsis. Vooral toen ontwikkelaar Traveler Tales bekend maakte dat humor een belangrijke rol speelde. Hier zat ik niet echt op te wachten (dacht ik). Het tegendeel bleek waar.
Of het nu Indiana Jones, Star Wars, Harry Potter, Batman, Rockband of zelfs Bionicle was, ik vrat LEGO games. Dat kwam zeker niet door de briljante gameplay, baanbrekende graphics of vooruitstrevende gameconcepten. Nee, het was de humor die mij keer op keer over de streep trok. De lachsalvo’s zorgden er zelfs voor dat ik de vieze bijsmaak van het buiten het zichtbare speelveld te worden aangevallen of in een afgrond te vallen doordat de camera niet doet wat hij hoort te doen, wegspoelde. En toen was daar LEGO Pirates Of The Caribbean: The Video Game.
The Good
Dit is de meest uitgebreide LEGO-game to date. Travelers Tales heeft alle Piratefilms een LEGOficatie gegeven. Dat is in alle vier gevallen uitstekend gelukt. De humor is ouderwets en een van de belangrijkste pijlers van het spel. Net als voorgaande releases is ook LEGO-pirates goed voor meerdere uitspeelbeurten. Sterker nog, als je echt het maximale uit LEGO Pirates Of The Caribbean: The Video Game wilt halen dan is een keer de aftiteling halen niet genoeg. Door het innovatief wisselen van figuurtjes komt de speler op verborgen stukken in de levels en veel nieuwe speelmanieren. De eerder genoemde frustratiepunten van vorige LEGO-games zijn (bijna) niet aanwezig en ook op grafisch gebied weet deze Pirates hartjes te winnen. Een speciale pluim ontvangt de game vanwege de uitgebreide vrije speelwereld tussen de levels door. Hier is minstens zoveel te beleven en te verzamelen als een regulier speelveld.
The Bad
Het verzamelen van muntjes, sleutels en figuurtjes begint na een tweede uitspeelbeurt flink saai te worden. Ook het LEGO-gemormel van Jack Sparrow en zijn maten is na een tijdje meer irritant dan leuk. De spagaat waar alle LEGO-games in zitten wordt ook vaak pijnlijk duidelijk. Wie is de doelgroep voor dit soort games: kinderen, volwassen met nostalgische gevoelens, tieners of filmfans? Traveler Tales weet het zelf ook niet en speelt op safe. Zelfs overduidelijke horrorfiguren uit de films en de eindbazen doen sullig en dus grappig aan. Nergens heb je het gevoel dat je hier gevaarlijke of maar spannende situaties naspeelt. Een scherp randje ontbreekt dan ook in LEGO Pirates Of The Caribbean: The Video Game. What you see is what you get. Dat is natuurlijk niet zo gek, iedereen moet immers tevreden gehouden worden. Toch hoop ik dat er bij een volgende LEGO-game iets meer risico wordt genomen.
The Ugly
Een niet dynamische camera past zeker niet meer in deze tijd en mag je na ontelbare LEGO-consolegames best blasé noemen. Hoewel het niet vaak gebeurt, is het springen van voorwerp naar voorwerp en dan ineens in de diepte vallen (en verzamelde steentjes kwijtraken) omdat de camera niet meewerkt van een bedenkelijk niveau. De hedendaagse gamer en een licentie als LEGO verdient beter.
Conclusie
LEGO Pirates Of The Caribbean: The Video Game is de beste en meest uitgebreide LEGO-game die ik ooit speelde. Inmiddels is de derde playtrough ingezet en ik heb nog steeds niet alles ontdekt of verzameld. Of ik dat uiteindelijk ga doen is natuurlijk de vraag. Want ondanks het luchtige karakter en de humor begint het herhalende karakter van de gameplay mij te nekken. Dat klinkt negatief, maar vergeet niet dat ik hier al een uurtje of twintig in heb zitten.
LEGO: Pirates of the Caribbean, ontwikkeld door Travellers’ Tales voor de Xbox 360 (getest), PS3 en Wii en uitgebracht door Namco-Bandai op 13 mei 2011