Game-enthousiast, tech blogger en presentator. Was ooit rockster. Local celebrity in Limburg maar ziet graag veel van de wereld. Er zijn niet genoeg kattenGIFjes in de wereld.
Niet gehoord? Deze week maakte SEGA nog bekend dat ze de mindere Sonic titels uit het assortiment gaan halen, om te zorgen dat de blauwe egel eenzelfde allure krijgt als die andere mascotte (u weet wel, de man met snor) die in zo veel games zit. De gemiddelde kwaliteit moet omhoog en dus telt vanaf nu elke game.
Zeker deze, want dit is niet zomaar een Sonic. Nee, dit is Sonic 4. Die game waar de echte fans al jaren om aan het vragen zijn. Juist, het enige, echte, serieuze, heuse 2D-zonder-alle-bullshit karakters en bedenksels vervolg op sonic 3 uit 1994. En dan merk je. Dat het direct achter een game uit 1994 hoort, bedoel ik. Want Sonic 4 is van alles, maar toch vooral old-school.
The good
Als je op zoek bent naar een platformer net als vroeger zit je perfect met Sonic 4. De game gaat helemaal terug naar de basis en neemt ook echt niets mee: je hebt één knop om te springen, die je kunt inhouden om snelheid te maken, je begint links en moet in zo weinig mogelijk tijd met zo veel mogelijk ringen rechts door de finish gaan. Gewoon in (nu haarscherpe) 2D, zonder sidekicks, zonder afleidingen. En ik moet je zeggen; dat is eigenlijk wel weer eens leuk.
Je krijgt datzelfde gevoel als bij veel van deze retromakes: deze game voelt zoals je je het origineel kunt herinneren. En die herinneringen zijn wel goed, dus is het met Sonic 4 net zo: gewoon leuk om nog eens een keer te doen, dat spelconcept van 15 jaar geleden. Alleen het automatisch springen en raken van vijanden en springknoppen als je in de lucht op de knop drukt is -gelukkig- overgenomen uit de 15 jaar na de games waar dit deel op gebaseerd is. Veel meer heeft het ook niet nodig trouwens, want de game is in al zijn anachronistische eenvoud wel een game op het niveau van Sonic 2, een knaller van jewelste.
The bad
Het is natuurlijk een duidelijk geval van “be careful what you wish for”, maar áls je Sonic 4 iets kwalijk wilt nemen is dat het bitter weinig heeft gedaan om de vervelende gedeelten van Sonic te verwijderen uit dit vervolg. Zo is het nog steeds af en toe vreselijk lastig om te zien waar je nou heen moet, wat snel opgelost zou zijn met een zoomfunctie à la Castlevania, bijvoorbeeld. Ook de onduidelijkheid over waar je nu gewoon naar beneden kunt springen en waar het je een leven kost is er nog steeds en dat was in ’92 al irritant; laat staan nu.
Het was sowieso een uitgelezen kans om een aantal leuke schaal- en andere beeldgrappen uit te halen, zoals je die wel ook al ziet in pak ‘m beet het eerste level van Nintendo’s Donkey Kong Country Returns. Er wordt echter niets gedaan met de rekenkracht die de systemen van tegenwoordig hebben behalve het donker maken van een gedeelte van een level en dan krijgt het er al met al de schijn van dat de ontwikkelaars uit pure angst helemaal niets hebben durven veranderen aan de formule anno Sonic 2, terwijl de levels -zeker het Casino- zich er vreselijk goed voor lenen.
The Ugly
Sonic onderwater is een vergelijkbare ervaring met het in het water gooien van een echte egel; pijnlijk om te zien en vervelend voor de participant. De grootste frustraties die ik heb gehad waren gereserveerd voor deze gedeeltes, die ze zich in episode 2 wat mij betreft mogen houden.
Conclusie
Deze game heeft in elk geval bewezen hoe ontzettend goed de gameplay van Sonic the Hedgehog overeind is gebleven. In dat opzicht moet je het vooral ook zien als een leuke eendagstrip naar het verleden. Precies lang genoeg om je honger naar een snack uit den ouden doosch te stillen nodigt het geen enkel moment uit tot meer. Dat kan ook niet, als je concept “ik doe net of de laatste 14 jaar niet gebeurd zijn” is. Als SEGA dus een episode 2 wil gaan maken zullen ze wel de klok weer iets vooruit moeten zetten en met enige vernieuwing op de proppen moeten komen. Want dit was leuk voor een keertje, maar nu moeten we weer vooruit.