Schrijft al jaren over games, van de kleine indie-games tot de grote najaarstitels. Liefhebber van Dota 2, twijfelt nog over Destiny.
Ik zou kunnen schrijven over hoe het komkommertijd is en er vrijwel niets noemenswaardigs te vermelden valt. Ik zou weer over Dota 2 schrijven en hoe geweldig het is dat e-sports zo snel groeien. Ik zou kunnen vertellen hoe ik mijn geliefde game-pc bijna was verloren aan een regenbui die het huis was binnengedrongen. Ik zou mijn beklag kunnen doen over hoe de hitte ervoor heeft gezorgd dat ik nauwelijks heb kunnen gamen de afgelopen dagen. Dat doe ik niet. De beperkte stroom aan gamenieuws bevalt me wel, over Dota 2 heb ik alles al gezegd, mijn game-pc doet het nog en die zomerse temperaturen zorgen ervoor dat ik ook nog eens buiten kom. Prachtig toch! En weet je wat ook mooi is? De Nederlandse gamesjournalistiek.
Daar dacht ik ooit heel anders over. Er was gebrek aan kwaliteit. Gamesjournalistiek was ongenuanceerd, alles behalve kritisch en slechts een verlengde van de PR-afdelingen van de grote uitgevers. Ik stap niet helemaal van dit (al dan niet onjuiste) beeld af, maar er valt wel degelijk wat aan bij te schaven.
Ja, je kunt je afvragen in hoeverre verschillende sites en bladen een eigen kijk op games hebben als Jan Meijroos ervoor schrijft. Zo kan zijn mening over een game zowel in de Power Unlimited als het Spits en in de Metro terecht komen. Strikt genomen heb je dan drie bladen met dezelfde recensie. Maar Spits en Metro zijn geen gamesbladen en we mogen dus blij zijn dat ze bereid zijn ruimte te besteden aan games. Dat er dan wordt gekozen voor een van de meest ervaren gamesjournalisten in Nederland is dan logisch.
Nu kan ik wel gaan klagen dat Power Unlimited naar mijn mening niet kritisch genoeg is, maar ook dat is niet helemaal eerlijk. In de wereld van vraag en aanbod blijkt dat er wel degelijk vraag is naar het werk van de schrijvers van de Power Unlimited en de mening van de Gamekings. Daarbij breidt het aanbod zich steeds meer uit. Zelfs NRC Handelsblad heeft wekelijks een artikel over games.
Daarbij vraag ik me af of dat wat ik ervaar als een gebrek aan een kritische blik niet wordt veroorzaakt door de stijgende lijn in kwaliteit van games. Als ik een trailer van Assassin’s Creed Unity zie met een quote die zegt: “Echt heel erg gruwelijk”, dan heb ik daar mijn bedenkingen bij. Maar tegelijkertijd besef ik ook dat dit waarschijnlijk de beste beschrijving is op dat moment. Assassin’s Creed heeft nu eenmaal een kwaliteitsstandaard die ook altijd wel gehaald wordt. Maar dat geldt ook voor al die andere games, waardoor er dus in vrijwel elke review zo’n soort stukje staat. Hetzelfde geldt ook voor de cijfers. Hier op Gamecowboys geven we die niet, dus zelf hoef ik me daar geen zorgen over te maken als ik een review schrijf. Wat het verschil tussen een 8,4 en een 8,6 zou moeten zijn blijft mij echter een raadsel.
Ik ben dan ook geen ‘gamesjournalist’. Journalist noem je je pas na het afronden van een opleiding of jarenlange ervaring. Ik schrijf pas tweeëneenhalf jaar stukjes. Ik heb tot nu slechts een Gamescom, een Indigo en een Epicon bezocht. Wat dat betreft hebben al die anderen die over games schrijven wel wat meer recht van spreken. Ook heb ik nog nooit iemand geïnterviewd. Dat belooft wat te worden komende Gamescom. Wat dat betreft kunnen de echte gamesjournalisten dat een stuk beter.