Rob schrijft over innovatie, vernieuwing en eigenlijk alles wat hem interesseert. Hij speelt verder games vanaf het eerste begin. Nieuwsgierigheid is wat hem drijft als hij een artikel schrijf. De vraag 'waarom ...' brandend op zijn lippen. Hij is gesteld op originele gameplay of gameconcepten, of het nou een indiegame is of een release van een van de grote distributeurs. Meer vernieuwing en minder 'me too' games graag.
Atari. Wereldberoemd in de jaren ‘70 en ’80, net zoals Commodore en ZX Spectrum en nu eigenlijk gewoon vergeten. Dat is aan de ene kant jammer en aan de andere kant ook weer niet. Bedrijven hebben niet het eeuwige leven en als je niet in staat bent om mee te gaan in de ontwikkelingen dan is dit je lot. Atari bestaat echter nog steeds en werkt aan een comeback om het grote merk te laten herleven.
Wat was zo bijzonder aan Atari?
De Atari 2600 was een van de eerste consoles (midden jaren ‘70) en werkte met cartridges. Dit is de 2600 met in het midden het slot waar de cartridge in gaat. De kwaliteit van de graphics is niet om aan te zien in vergelijking wat we nu gewend zijn maar in die tijd was het echt geweldig. Vriendjes kwamen bij je spelen als jij een Atari had. Urenlang Pacman, Qbert en Frogger spelen.
Naast de consoles waren er ook nog de echte computers, de 400, 600, 800 en 1200 en natuurlijk de Atari ST die in Nederland lange tijd zeer populair was. Reden voor het uitstapje naar computers was dat de games markt in 1983 ingestort was en Atari iets moest doen om het hoofd boven water te houden. In Nederland was je of een Amiga fan (van Commodore) of een Atari ST gebruikers (of je had een écht systeem, namelijk de MSX – Pat). Ik kan me uit die tijd nog wel herinneren dat beide recht tegenover elkaar stonden. Amiga was beter dan Atari ST, zo vonden de Amiga bezitters. De Atari gebruikers waren het er trouwens niet mee eens. Kortom, Atari was een populair merk met een grote schare fans. Bij Amazon kan je trouwens de Atari 2600 nog steeds kopen, de hele console is nu in de joystick gevangen.
Graven
Enige tijd geleden was Atari weer in het nieuws. Jarenlang ging er een gerucht (een urban legend) dat Atari duizenden exemplaren van het spel E.T. the Extra-Terrestrial (de ‘slechtste game ooit’) zou hebben begraven op een vuilnisbelt in New Mexico. Een filmploeg die daar een documentaire over maakte ontdekte inderdaad de locatie en de verdwenen spelletjes. Wired heeft er een mooi stuk over geschreven, How Obsessed Fans Finally Exhumed Atari’s Secret Game Graveyard.
Fenix
Atari heeft al een hele hoop reboots gehad of beter gezegd comeback na comeback. Zonder al te veel succes trouwens. Begin vorig jaar heeft Atari geprobeerd om rechten op speltitels / franchise te verkopen. Dit leverde niet het gewenste resultaat op. Dus probeert Atari het nog een keer met een nieuwe CEO, de 7e in de afgelopen 14 jaar. Deze keer is het Frédéric Chesnais een oude bekende voor Atari (hij was al eens CEO van Atari). Naast CEO is hij ook aandeelhouder met bijna 25% van de aandelen. Dat zou toch een goede motivatie moeten zijn om er iets van te maken.
Mobiel en Facebook, geen console games
De focus van Atari zal volgens Chesnais liggen bij mobiele- en Facebook games. De investeringen voor een console game liggen veel te hoog en het risico op mislukken is groot. In de planning van Atari staat een ‘social casino game’ wat gebruik gaat maken van de oude Atari games zoals Asteroids, Centipede en Breakout binnen traditionele gok, poker en blackjack spellen.
Ook gamers die door andere bedrijven niet bediend worden met spellen die hen specifiek aanspreken zijn interessant. Atari is bezig met Pridefest, een variatie op de bekende bouw- en sim- spellen zoals Rollercoaster Tycoon. In dit geval dan voor de ‘lesbian, gay, bisexual, and transgender (LGBT)’ groep die hiermee een digitale versie kunnen maken van een gay pride parade
Vreemde eenden
Een vreemde eend in de bijt is het plan om exclusieve TV content te gaan ontwikkelen. Het eerste voorbeeld is het dagelijkse videoblog waar Atari bij betrokken is: TheRealPelé. Hierin wordt voormalig voetbalster Pele gevolgd in aanloop naar de WK in Brazilië.
Ook gelooft Chesnais dat Atari spellen als Asteroids zich lenen voor televisieshows. Hij kijkt daarbij naar Hasbro en het succes van Transformers.
Kansrijk of kansloos?
Atari wil relevant worden bij de jeugd, een groep die niet eens geboren was toen Atari een van de grote merken was. Deze groep kent Atari niet en mist het nostalgische gevoel van menig 30 en 40 jarige die omwille daarvan Atari geneigd zijn extra credits te geven. Wil je de jeugd bereiken in een zeer volle markt dan moet je van goeden huize komen. De spellen van toen zijn waarschijnlijk te gedateerd en alternatieven zijn er meer dan genoeg, kijk maar eens naar het aanbod en kwaliteit van casual games. Wil je succes hebben dan moet je echt iets hebben wat aanspreekt, in de breedte of, zoals Atari ook probeert, bij een specifieke doelgroep.
Chesnais weet dat het moeilijk is. “We want the young generation to know what the brand is and means”. De vraag is of die jonge generatie er in geïnteresseerd zal zijn en als ik kijk naar wat Atari van plan is ben ik bang dat ook deze poging zal falen en Atari slechts nog een logo is op een vintage T-shirt. Jammer maar het is niet anders.