Toen bekend werd dat Rocksteady niet de nieuwe Batman ging maken gingen er heel wat wenkbrauwen fronzen. Het relatief onbekende Warner Bros Montreal kreeg de enorm zware taak op zich om van Arkham Origins een mooi vervolg te maken. Dat blijkt ze redelijk goed gelukt – maar tegen een prijs.
Het piepjonge Warner Bros Games Montreal kreeg de opdracht om een vervolg op het fenomenale Arkham City te maken. Sommige developers zouden deze uitdaging volledig aangaan en hun eigen stempel op de serie proberen te drukken. Montreal had echter enkel een Wii-versie van City gemaakt, dus voelden ze zich daarom toch wel een beetje geïntimideerd, zo bleek uit een interview.
Het resultaat laat zich raden. Origins blijkt bijna een exacte kopie van zijn voorganger. De halve stad van Arkham City is één-op-één overgenomen, weliswaar met een likje verf en wat huishoudzeep maar hele buurten komen wel erg bekend voor. De meeste vijanden kennen we nog van de afgelopen delen en ook de gadgets zijn grotendeels hetzelfde, of een variant op eerdere versies. Origineel kunnen we het daarom niet echt noemen.
Is dat erg? Arkham Asylum was subliem en City deed daar nog een schep bovenop. Origins is enkel op hetzelfde niveau blijven hangen. Dat betekent dat het vechtsysteem nog steeds heerlijk vloeiend gaat, we zoals gebruikelijk al sluipend sadistische grappen met nietsvermoedende criminelen kunnen uithalen en Batman opnieuw als een volleerd vleermuis door de lucht zweeft. Montreal heeft in ieder geval goed op het huis gepast.
Ze verbeterden overigens wel een aantal zaken. Origins begint een stuk pittiger dan zijn voorganger. Bijna alle vijanden van City passeren binnen vier uur al de revue. Gelukkig begint Batman gelijk met zijn standaard gadgets. Zelfs de turboknop op de grappling hook is direct aanwezig en hij lijkt overigens een stuk verder te grijpen. Dit roept wel vragen op over het plotverloop in de serie (Waar is al dat mooie speelgoed in City en Asylum gebleven?), maar daar mogen de fanboys zich over opwinden.
Deathstroke
De meest opvallende innovatie zijn de sterk verbeterde baasgevechten. Bane en Deadshot staan (tot mijn vreugde) ineens veel beter hun mannetje dan in eerdere delen. De hoofdprijs gaat naar Deathstroke. Slade Wilson bevechten betekent counteren op zijn counters, wat een heerlijk dynamisch gevecht oplevert. Ook obscuurdere karakters zoals Copperhead doen goed mee. The Electrocutioner daarentegen is de nieuwe Bob The Killer Goldfish.
The Joker steelt echter de show. We vreesden het ergste toen Mark Hamill in Arkham City zijn laatste optreden gaf. Opvolger Troy Baker zet echter een onvergetelijke Clown Prince of Crime neer. Zijn vertolking is snoeihard en bij vlagen zelfs angstaanjagend. Warner Bros Montreal graaft daarbij nog wat dieper in zijn “achtergrond” (grotendeels gebaseerd op Alan Moore’s The Killing Joke) en dat maakt het karakter en zijn presentatie alleen maar boeiender.
Dit heeft wel een nadeel: alles wat erna komt is lang niet zo indrukwekkend als het middenstuk. Andere minpunten zijn de “crime in progress elementen” die lukraak in de stad gebeuren en waar geen einde aan komt. Ook mist de game de nodige gekkigheid. Geen Scarecrow levels zoals in Asylum of een 30 hit-combo op een witte haai zoals in City. Origins probeert het wel (zoals bij de Mad Hatter) maar komt nooit tot de waanzinnige hoogtes als zijn voorgangers.
Toch, als ondergetekende om 18:00 uur begint met spelen en pas om 2:15 uur ophoudt dan wordt er toch iets goed gedaan. Voornamelijk dankzij de submissies. Er is weer een hoop op te blazen. Riddler keert terug voor de bekende breinbrekers. Er zijn speciale detectivemissies, waar je moorden oplost. Toegegeven, het bestaat vooral uit ‘scan het object en Batman trekt de conclusies’, maar het wisselt lekker af tussen al het beuk-, sluip- en vliegwerk.
Batman: Arkham Origins deed me daarom ook sterk aan Resident Evil 5 denken. Ook die game had dezelfde mechanieken als zijn voorganger en werd daarom verguisd. Onterecht, want het was uiteindelijk een leuke game – en de verkoopciijfers gaven het gelijk. Hetzelfde met Origins. Ja, het kopieert teveel, maar beter goed gejat dan slecht bedacht. We zien het daarom één keer door de vingers, heren Warner Brothers Montreal, maar de volgende keer…