Persona is zo’n serie die veel mensen niet eens kennen, maar die door fans op bijna evangelische manier uitgedragen wordt. Zeker Persona 4 heeft veel vrienden gemaakt door een RPG te koppelen aan een middelbare school-sim. Klinkt raar? Is het ook, maar het wordt al heel snel heel veel vreemder en deel 4 brengt alle elementen die de serie apart hebben gemaakt bij elkaar in één fantastisch pakketje. Maar de kans is al vrij groot dat je het niet kent en als je dat wel doet heb je het vermoedelijk toch niet gespeeld. Want ja, een PS2 game die in 2008 uitkwam kon al niet meer rekenen op veel aandacht, hoe goed ook. En nu wil je dat helemaal niet meer spelen. Laat Atlus daar nu de perfecte remedie voor hebben: een uitgebreide remake op de Playstation Vita. Twee vliegen, één klap.
Want ja, op deze manier is het de moeite waard om een Vita te hebben én het geeft spelers met zo’n ding de mogelijkheid om Persona 4 (nog) een keer te beleven. Er komt nieuwe content bij The Golden (zoals de remake in Japan heet) in de vorm van een nieuw karakter om mee te spelen (genaamd Maria), extra verhaalsegmenten en de mogelijkheid tot online samenwerking in de lastige dungeons. Leuk voor de fans, maar onbelangrijk voor de nieuwkomers. En die moeten er gaan komen. Want elk RPG dat zo met conventies weet te spelen dat naar de sportclub gaan net zo belangrijk is als het controleren van de duivel zelf en die twee dingen naadloos in elkaar overgaan via een TV-kanaal met een wel heel aparte programmering, verdient het om door meer mensen gespeeld te worden dan hier in Europa gedaan is.