Na twee jaar afwezigheid – we weten allemaal wel waarom – is de Internationale Funk Ausstellung (IFA) terug van weggeweest. Ik heb sinds 2008 geen editie gemist, en dat was ik ook dit jaar niet van plan. Vandaag is, na twee persdagen, de eerste echte beursdag en een ideaal moment om te kijken of, en zo ja hoe, de IFA na ‘C(orona)’ veranderd is. Spoiler alert: de IFA is zeker niet meer hetzelfde. In het kort: minder druk, opvallende afwezigen en halfgevulde hallen.
Laat ik met dat laatste beginnen. Tijdens de persdag, donderdag en dus amper 16 uur voor opening van de beurs, viel het niet alleen mij al op dat in veel hallen duidelijk minder stands staan dan ‘vroeger’. Er zijn zelfs sommige hallen die letterlijk maar voor de helft gevuld zijn. En de zes, weliswaar iets kleinere, hallen rondom de Funkturm (12 t/m 17) zijn zelfs helemaal leeg en dicht.
Bij die aanblik bekroop mij een CeBIT gevoel, en dan met name van de laatste jaren van de CeBIT. Elk jaar minder standhouders, halflege en gesloten hallen en uiteindelijk nog maar de helft van wat het ooit was, zowel qua standhouders als bezoekers. Na een wanhoopspoging de CeBIT hip te maken – in 2018 – viel uiteindelijk het doek definitief. Gaat de IFA dezelfde kant op?
Over de bezoekersaantallen van de IFA valt nu, op de eerste beursdag, natuurlijk nog niets te zeggen. De halflege hallen en opvallende afwezige exposanten is uiteraard geen goed teken. Al jaren kom ik elke dag binnen bij hal 20. Dat was altijd de ‘Sony hal’, maar Sony is dit jaar misschien wel de meest opvallende afwezige op de IFA.
Om de hal niet leeg te laten staan heeft de provincie van de regio Berlijn (Brandenburg) deze hal nu gevuld met lokale startups, tech- en gadget fabrikanten. Ze zullen het niet zo bedoeld hebben, maar het gebruik van onbewerkt hout in de standaard stands wekt de indruk dat deze hal en stands wel heel erg snel, bijna paniekerig, in elkaar geflanst zijn.
Toch is er vooralsnog, denk ik, geen reden voor paniek. Het feit dat er minder exposanten zijn, heeft natuurlijk ook te maken met Corona. De beslissing om aan een beurs als de IFA mee te doen, moet vele maanden van tevoren genomen worden. Begin dit jaar, tot in de lente, kampten we nog met een compleet andere coronasituatie dan nu. Het is niet vreemd dat sommige bedrijven, met Sony als meest prominente voorbeeld, besloten hebben om de IFA ook dit jaar nog maar even over te slaan. Niet in de laatste plaats omdat het ook zomaar had kunnen gebeuren dat de beurs ook dit jaar niet door zou gaan.
Daarbij komt dat de economische situatie sinds eind februari iets veranderd is. We zitten in een dikke energiecrisis. Die komt bovenop de logistieke (vervoersproblemen) en grondstoffen (chiptekorten) crises die de (tech)wereld al langere tijd parten spelen.
Nadat de IFA om 10u00 op vrijdag haar deuren voor het publiek opende, bleek al snel dat dit jaar ook duidelijk minder bezoekers de beurs met een bezoekje vereerden. Natuurlijk, de vrijdag is en werkdag en dus zijn er traditiegetrouw veel jongeren (scholieren) die naar de Messe trekken, maar ook dat waren er minder dan in de laatste jaren vóór corona. Het zal mij dan ook benieuwen of de rijen voor de ingang morgen (zaterdag) langer zijn.
Minder drukte heeft ook z’n voordelen. Bezoekers hebben meer ruimte en dat geldt ook voor ons, de pers. Wij kunnen weliswaar op woensdag en donderdag al naar binnen, maar dan wordt nog volop gebouwd en zijn er met name geplande persconferenties en ‘booth-tours’. De meeste stands zijn pas interessant om te bekijken als de beurs ook echt open is, vanaf vrijdag dus.
Uiteraard is op de IFA ook weer veel nieuws te zien. Dit jaar vallen vooral de tientallen stands met e-steps en elektrische vouwfietsen op – urban personal transport en e-mobility zeg maar. Verder gaat het bij de grote merken zoals LG, Philips en Panasonic toch vooral over nieuwe (grotere, snellere) versies van bestaande producten. En, in mijn ogen, krampachtige pogingen om bestaande producten nog interessanter of opvallender te maken.
Een voorbeeld daarvan is toch zeker de koelkast met OLED-panelen in de deuren. Nee, geen ingebouwde OLED tv’s maar panelen die je met een app van kleur kunt laten veranderen. Het wekte bij mij de indruk alsof LG naarstig op zoek geweest is naar nieuwe toepassingen voor de schermen die LG-display produceert maar die door het chiptekort niet meer ‘afgebouwd’ kunnen worden tot volwaardige tv’s. ‘Dan maken we er wel kleurrijke koelkastdeuren van’… of zoiets.
Over de afwezigheid van Sony heb ik het al gehad, maar op de IFA van 2022 valt ook de afwezigheid van de Automotive industrie op. Waar automerken als Ford en BMW nog prominent op de IFA hun (e-)mobility oplossingen en -software toonden, schitteren de autofabrikanten dit jaar door afwezigheid. Ik heb op de eerste dag alleen Vinfast gezien en een bijzondere tot EV omgebouwde Rolls Royce uit de jaren 70.
Ow ja, en dan nog even dit. In Nederland gaat de komende dagen alle aandacht weer uit naar de Formule 1. De Grand Prix van Zandvoort staat op het programma en ‘onze’ Max is de favoriet. Volgens mij ben ik hier in Berlijn tegen het lek van Ferrari aangelopen. Buiten voor het Media Center stond namelijk de ‘oude’ Ferrari van Carlos Sainz. Die startte (ook) niet. Wat blijkt? Er zitten Snapdragon processors in. Tsja, dan roep je de problemen natuurlijk over jezelf af 😉
Tot zover de eerste dag van de IFA voor mij.