Sony is van plan om een nieuw soort abonnement te introduceren voor zijn camera’s. Het is vergelijkbaar met een season pass voor een game: je betaalt van tevoren een bedrag en daarmee weet je al dat je een x aantal updates voor de game kunt verwachten. Maar gaat het niet te ver om dat ook voor extra functionaliteit op een camera te doen?
Bedrijven zien mede door Netflix en andere streamingsdiensten dat mensen helemaal niet negatief tegenover abonnementen staan en het lijkt erop dat iedereen geïnspireerd raakt om daar zijn eigen draai aan te geven. Games doen dat zowel met abonnementsvormen (Xbox Game Pass bijvoorbeeld) als met die eerdergenoemde season passes. Autofabrikanten doen het ook. BMW probeerde mensen eerder dit jaar nog aan een abonnement op stoelverwarming te krijgen.
Dat laatste voelt voor mensen nog een beetje raar. Niet alleen stoelverwarming zelf (je moet ervan houden), maar vooral het idee dat je veel geld neertelt voor een auto en je die vervolgens afgeleverd krijgt met functionaliteiten die het niet doen, tenzij je maandelijks je portemonnee trekt. Dat ging er bij automobilisten niet in en daarom is het plan teruggedraaid.
Maar goed, er wordt dus volop doorgeëxperimenteerd, nu door Sony. Het gaat niet om beveiligingsupdates of besturingssysteemupdates voor de camera, maar Sony wil bepaalde extra’s op het toestel alleen vrijgeven als je ervoor betaalt. Het gaat om een ‘gridline’-licentie waarmee je 4 speciale gridlines extra krijgt. Die lijntjes zorgen ervoor dat je beter en rechter foto’s kunt maken, want je ziet een grid over je foto heen en daarmee kun je betere kiekjes samenstellen. Je betaalt dus voor extra’s, maar ook een beetje voor een functionaliteit die de camera dus eigenlijk al heeft.
Het zit er bij Sony een beetje tussenin: het is wel een soort update die je downloadt, maar het had natuurlijk een functionaliteit kunnen zijn die al standaard op de telefoon zit. Het kondigt het namelijk nu aan voor een toestel dat pas in maart verschijnt. En dat zet ons wel aan het denken: wat als je straks voor allerlei updates voor je telefoon ook moet betalen.
Zeker in een wereld die erg gefocust is op hoe telefoons zo lang mogelijk moeten worden ondersteund, kun je je voorstellen dat telefoonmakers straks ook updates ‘as a service’ gaan aanbieden. Wil jij langer dan vier jaar met je telefoon doen? Dan kost dat elke update weer wat geld. Uiteraard gaat het hier dan wel om de besturingssysteemupdates: de beveiligingsupdates zijn essentieel en er zullen heel wat consumentenorganisaties gaan steigeren als dat ook tegen extra betaling moet gaan.
Hoewel het niet voor iedereen als heel prettige toekomstmuziek klinkt, is dit wel waar we met zijn allen langzaam naartoe aan het bewegen zijn. Kijk ook naar auto’s: hoe meer zelfrijdende bolides er komen, hoe meer we Uber gebruiken, hoe groter de kans dat straks steeds minder mensen zelf een auto bezitten, maar er gewoon wordt gekozen voor deelauto’s. Het is immers een dure grap om een auto alleen al op je oprit te hebben staan: als je er gewoon af en toe eentje kunt huren voor als je wel naar die vrienden van je in de middle of nowhere gaat, of een kast gaat kopen bij de Zweedse meubelgigant, dan heb je eigenlijk niet eens meer zelf een auto nodig.
Elektrische fietsen zorgen er ook voor dat de fiets een steeds aantrekkelijker vervoermiddel is, zeker in Nederland waarin je vaak in je eigen dorp al veel voorzieningen hebt en je dus nooit echt heel ver hoeft te fietsen. En wil je de zaterdagboodschappen doen of de kinderen wegbrengen, dan gebruik je gewoon een elektrische bakfiets. Nu zien we niet snel gebeuren dat we elektrische deelfietsen op grote schaal zullen krijgen, maar voor de auto is in de toekomst zeker wel zo’n scenario mogelijk. We willen steeds meer van bezit af, en zorgen dat we van diensten gebruik kunnen maken wanneer we dat nodig hebben. Iets meer delen dus, en dat is eigenlijk best bijzonder in een maatschappij waarin individualisme juist zo enorm is gegroeid, mede door technologische ontwikkelingen.
We dwalen af. Terug naar Sony. Er wordt niet per se negatief gereageerd op het nieuws over die gridlines. Zo zijn scholen bijvoorbeeld heel blij, want hierdoor kunnen ze makkelijk veel dezelfde shots maken voor de schoolfoto, en snel één stijl creëren die bij iedereen hetzelfde is. Met zo’n grid kun je makkelijk iedereen op de exact zelfde manier kieken en dat zal inderdaad schoolfoto’s, maar ook andere massaprojecten, verbeteren. Sony ziet dit bijvoorbeeld ook goed toegepast worden in pretparken, waarin er altijd foto’s worden gemaakt in attracties, maar ook op cruises of zelfs de foto’s van de tandarts. Je kunt er makkelijk foto’s mee standaardiseren. Maar juist omdat dit een vooral zakelijke toepassing heeft, hangt er ook een prijskaartje aan: de gridlines gaan 149 dollar kosten, wat ongetwijfeld uitkomt op ongeveer 150 euro.
Nu doet Sony iets heel kleins, maar het geeft wel aan hoe fabrikanten inmiddels denken over het implementeren van extra diensten op hun apparatuur, waarvoor extra betaald moet worden. Er zullen dan ook zeker discussies volgen: in hoeverre mag je verwachten dat een fabrikant je straks innovaties ‘geeft’ als je een nieuwe camera of telefoon koopt? Kunnen ze het maken om allerlei interessante snufjes achter een betaald slot en grendel te zetten?
Enerzijds is die extra financiële compensatie ongetwijfeld een drijfveer om nog meer te innoveren, iets dat we zeker toejuichen, maar anderzijds ga je je ook afvragen hoe ‘kaal’ fabrikanten de gadgets dan gaan afleveren. Kortom, het zou best eens kunnen betekenen dat een paar lijntjes op een fotocamera een nieuw tijdperk inluiden. En het is duidelijk: dat heeft inderdaad wel wat kaders nodig.