Het horrorgenre wordt door sommige filmliefhebbers gezien als iets dat vooral leefde in de vorige eeuw. Toen kwamen immers ultieme klassiekers zoals Dracula en Frankenstein uit. Er is echter ook in de 21ste eeuw nog genoeg griezeligs te beleven in de bios. Of op de bank, met deze vijf moderne horrorfilms die wat ons betreft tot de klassiekers behoren.
Get Out is een film die laat zien hoe horror voelt in deze tijd. Het gaat niet zozeer om jump scares, het gaat om een zeer onaangenaam gevoel van binnen. Dat is precies wat Get Out te bieden heeft. Een film over subtiel en zeer onsubtiel racisme, maar ook vol vreemde zaken die alleen in een horrorfilm gebeuren. Het is bovendien een bizarre mix van humor, griezelen en vooral een extreem naar gevoel van binnen. Een film die je wat leert over jezelf, maar vooral over hoe niets is wat het lijkt, of juist precies is wat het lijkt. Brr. Applaus voor regisseur Jordan Peele.
Het is een kinderboek, maar niet zoals Dribbel of Kikker. Jennifer Kent’s Babadook is een soort boogeyman die in de nacht wacht om je het leven zuur te maken. Deze film is minder politiek commentaar dan Get Out, maar juist een onvervalste horrorfilm vol griezelige shots en klassieke ‘spookhuis’-momenten. Wat deze film beter en meer bijzonder maakt dan de meeste flicks in dat genre, is dat verdriet en zelfs depressie de ondertoon zijn. Hoe je als ouder compleet machteloos kunt staan, dat voel je in deze film ook als je nooit aan kinderen wil beginnen.
Het nog recentere A Quiet Place is een film die je moet kijken als je al gegeten hebt, want je moet door deze stille film heen niet willen kraken of kauwen. A Quiet Place is zo spannend omdat het essentieel is om stil te zijn en in leven te blijven, wat een grote uitdaging is als je jonge kinderen hebt. Als je Bird Box hebt gezien dan zou je kunnen denken dat het op elkaar lijkt, maar A Quiet Place draait om leven, in plaats van overleven. John Krasinski’s horrorfilm is niet vol met engerds en clowns, maar je zit wel constant op het puntje van je stoel. Dit is zo’n einde-van-de-wereld-film die je uitnodigt om na te denken over wat jij zou doen in bepaalde situaties. En ja, het is ook een typische horrorfilm waarin je af en toe naar het personage wil schreeuwen: NIET DOEN! Maar ja, je moet je stil zijn.
Een typisch griezelding is infectie. Mensen zijn immers altijd bang om ook ziek te worden wanneer een collega of vriend loopt te kuchen. It Follows gaat bovendien om iets anders wat zeer vaak gebruikt wordt in spooky films: tieners. Wat als je een extra nare soort SOA kunt krijgen als je seks hebt gehad? Er zitten in deze film zoveel jump scares, dat je er waarschijnlijk een sigaret na moet opsteken om jezelf weer rustig te krijgen. Een constant vreemd gevoel, dat is wat It Follows je geeft, mede dankzij de geweldige achtergrondmuziek. Alle lof voor regisseur David Robert Mitchell.
Deze film was vooral beroemd door de marketing dat dit waarschijnlijk de engste film allertijden is. Nu is er elk jaar wel een film waarbij dat wordt gezegd, maar in het geval van Hereditary was het niet slechts een marketingterm: het is de waarheid. Ari Aster maakte met deze film zijn regisseursdebuut voor een speelfilm en dat doet hij goed. Erg goed. Waar de meeste films spanning afwisselen met momenten waarop je weet dat je even een hap popcorn kunt nemen of iets tegen je date kunt fluisteren, krijg je in Hereditary niets van dat. Ogen op het scherm, geen rust, dit is pure horror. Net als de Babadook heeft deze film de verdrietige ondertoon van rouw en depressie, wat om de een of andere mystieke reden heel onvoorspelbaar voelt.