Dat we allemaal graag Game of Thrones kijken is inmiddels wel duidelijk, want je wordt niet zomaar ’s werelds meest gedowloade serie. Gelukkig is op de Emmy Awards, de prijzen voor de beste tv-producties die gisteren in Los Angeles uitgedeeld werden, bevestigd dat het een serie van kwaliteit is.
Game of Thrones won namelijk in twaalf categorieën, waarvan Beste Dramaserie, Regie en Script. Een aantal prijzen voor technische categorieën waren al eerder bekendgemaakt. Het is onderdeel van de trend die Game of Thrones al een tijdje volgt, aangezien de Emmy-teller nu in totaal op 38 gewonnen beeldjes staat. Maar het was natuurlijk niet de enige serie die won.
De cynische comedy waarin Julia Louis-Dreyfus een gesjeesde vrouwelijke vice-president speelt won – alweer – de prijs voor beste comedy en Dreyfus zelf ging er voor de vijfde keer vandoor met de beste vrouwelijke hoofdrol in een comedy. Ze accepteerde de award met tranen voor haar vader, die net is overleden. Gelukkig valt er in Veep wel genoeg te lachen.
De miniserie over één van de meest bizarre en massaal gevolgde moorden in Amerika ooit gooide ook hoge ogen. The People vs. O.J. Simpson won vijf Emmy’s, met beste miniserie en de beste acteurs daarin voor Courtney B. Vance en Sarah Paulson.
Ook opvallend: dit was de eerste keer in lange tijd dat er geen daily talkshow wegliep met de prijs voor, eh, beste talkshow. Voor het eerst in 15 jaar ging die eer naar HBO’s Last Week Tonight van John Oliver en zijn team. Gezien de kwaliteit van Oliver’s humor en zijn altijd rake observaties in elk geval niet onterecht.
Wie er niet bij was was Beyonce, die vier nominaties had voor haar visuele album Lemonade. Ze won uiteindelijk ook geen Emmy, iets dat misschien verklaart waarom ze er niet bij was, maar haar no-show liet zowel fans als de performers in de zaal teleurgesteld achter.
[Afbeelding © HBO]
