Amazon heeft een rapport naar buiten gebracht over de toekomst waarin futuroloog William Higham van Next Big Thing zegt dat we binnen tien jaar een apparaat of app hebben die het mogelijk maakt dat we met onze honden of katten kunnen praten.
Higham zegt tegen de Guardian dat innovatieve producten altijd gebaseerd zijn op grote behoeften van consumenten en dat de grote bedragen die nu al aan huisdieren worden uitgegeven laten zien dat die behoefte er is.
Ok, dat is logisch. Iedereen met een hond of kat (zeker de mensen met een kat) zouden het prachtig vinden om te kunnen verstaan wat hun huisdier zegt en de mogelijkheid om iets terug te zeggen dat zeker weten gehoord wordt zou ook prachtig zijn, al was het maar om zeker te weten dat je kat je negeert.
Er schort wel iets aan de hypothese van Higham: de wens van de consument maakt een product niet automatisch beschikbaar. We willen ook allemaal telefoons die een week lang meegaan op een batterij. We willen een robot die ons hele huis kan poetsen. We willen dat onze auto’s vliegen. Misschien komt dat er ook wel, maar ironisch genoeg zijn al die voorbeelden misschien nog wel realistischer dan praten met onze huisdieren.
Daar zit namelijk het grote probleem: niemand heeft nog enig idee hoe communicatie tussen dieren helemaal ontcijferd kan worden. Het rapport wijst op het onderzoek van Con Slobodchikoff, een professor die al dertig jaar bezig is met Amerikaanse prairie dogs (die trouwens officieel niet onder de honden vallen) en er van overtuigd is dat met genoeg AI-software te ontcijferen valt wat ze tegen elkaar zeggen.
Daar zijn we er echter niet mee. Niet alleen is de communicatie van echte honden (en katten, en de de rest van de huisdieren) weer totaal anders, er is het kleine grote probleem dat het nogal moeilijk is om zeker te weten dat het werkt. Wellicht dat we ooit onze huisdieren zullen begrijpen, maar tien jaar lijkt in deze fase een beetje optimistisch. Helaas.
[Afbeeldingen © vagengeym – Fotolia]
