Terwijl ik fysiek nog aan het bijkomen ben van mijn virtual reality Indoor Skydive in Roosendaal bedenk ik me dat ik de term 4D al een aantal keer voorbij heb horen komen in de laatste maanden, maar dat dit misschien wel de enige activiteit is die de naam eer aan doet. Nu is het sowieso een beetje vreemd om de term 4D te gebruiken: we zijn qua entertainment van 2D (het platte vlak van de tv) naar 3D (datzelfde valk plus diepte) gegaan en dat was wel duidelijk.
4D is echter een grijs gebied: je kunt zoals sommige filmzalen nu doen proberen ook fysieke sensaties te combineren met een 3D-film en dat zou je technisch 4D kunnen noemen. Het gaat echter voorbij aan de andere nieuwe opkomende vorm van entertainment: virtual en augmented reality. Dat is technisch gezien ook eigenlijk 3D, al is het verschil dat de beelden gegenereerd kunnen worden en dus fysiek niet hoeven te bestaan om ze te ervaren.
Wat ik deze week heb gedaan doet de naam 4D echter wel eer aan: een fysieke ervaring met een virtuele component. Terwijl ik klaar sta om de windtunnel in te vallen zie ik op mijn headset een 360-video van iemand die op het punt staat uit een vliegtuig te vallen en door goede timing ga ik precies op het moment dat mijn virtuele ik het vliegtuig uit gaat ook plat de wind in. Daarna is het een kwestie van vallen: ik word vastgehouden zonder dat ik het merk en heb dus de ervaring dat ik Dubai onder me groter zie worden terwijl ik om me heen kijk en kan ronddraaien om van het uitzicht te genieten.
De voorlopige hardware (Samsung Galaxy S6 en een Gear VR) lijkt niet heel spannend, maar het maakt niet eens uit: ik zie de andere springers om me heen, als ik naar beneden kijk zie ik donders goed waar ik aan het springen ben en ik heb geen enkele last van VR-ziekte, iets dat me met ‘stilstaande’ VR-ervaringen normaal binnen tien minuten groen laat zien. Wetende dat er binnenkort een upgrade komt met nog betere verversingssnelheid van het scherm en een hogere resolutie kan het alleen maar ‘echter’ wroden.
In gesprek met mensen die ook echt uit vliegtuigen gesprongen zijn blijkt dat wat ik heb gedaan best te vergelijken is met die ervaring, zij het met minder rompslomp én zonder de angst dat de parachute niet open gaat. Dat ik daarvoor ook de zachte glijvlucht vanaf het openen van diezelfde parachute moet missen neem ik op de koop toe.
Wat Indoor Skydive Roosendaal nu op poten heeft gezet is nog maar het begin, zeggen ze zelf: deze setup, met ‘statische’ video’s, is makkelijk uit te breiden, maar het echte werk komt straks pas als ze zo ver zijn om virtuele locaties te gaan uitrollen. Stel je voor dat je in een zo goed als fotorealistisch Neverland, Oz, Hogwarts, Cloud City, King’s Landing of van mijn part de maan of Saturnus kunt gaan springen?
Dan heb je natuurlijk wel beduidend betere hardware nodig dan er nu wordt gebruikt, maar de sky is dan niet eens meer de limit, want het kan prima en dan is je enige bottleneck dat de locatie gebouwd moet gaan worden. Dat is niet goedkoop, afhankelijk van hoe mooi je het wilt maken, maar de mogelijkheden die het biedt zijn te gek. Het is wat moeilijk duidelijk te maken aan iedereen die niet meekrijgt wat er in VR te zien en te doen is, maar toch.
Zo snel je namelijk virtueel gaat kun je ook interactiviteit gaan inbouwen: de draadloze virtual reality-headsets die het mogelijk maken om in dat soort werelden te gaan springen laten het toe om je armen echt te gebruiken en te kunnen zien waar die zijn in de ruimte, iets dat nu niet mogelijk is.
Dat wil niet zeggen dat je meteen hele games kunt gaan bouwen, want de fysieke realiteit van je lichaam in een windtunnel is niet te onderschatten en er is maar zoveel dat gedaan kan worden door je aan je rugzak vast te houden, zoals dat nu gebeurt. De potentie is echter enorm en met wat meer experimenteren kan een opzet zoals ze nu hebben in Roosendaal het startpunt zijn voor oprechte 4D-ervaringen die je ook met een echt vliegtuig niet kunt hebben.
[Afbeeldingen © Kadmy – Adobe Stock]