Twitter, Facebook, SMS, Whatsapp, IM, inmiddels kunnen we elkaar berichten versturen op tientallen manieren, maar toch blijven we trouw aan e-mail. Er is immers niets dat ermee te vergelijken valt. Read Write Web sprak met Ray Tomlinson, de ‘vader van e-mail’.
Iedere dag versturen we 144,8 miljard e-mails, over een jaar of 4 zal dit aantal tegen de 200 miljard aanzitten. Maar toch gebruiken de jongste internetgebruikers liever andere communicatiemiddelen (veel tieners bedoelen eigenlijk ‘Facebook’ wanneer ze ‘e-mail’ zeggen). Ook sommige bedrijven beginnen e-mail stilaan beu te worden.
Toch blijft Ray Tomlinson, ingenieur bij BBN Technologies en de uitvinder van e-mail, er vertrouwen in hebben dat e-mail zal blijven voortbestaan: “Geen enkel alternatief is zoals e-mail. De meeste van de alternatieven zijn zoals prikborden: je zet er iets op en andere kunnen het lezen wanneer ze het prikbord openen. E-mail werkt met tijdsverschillen: je stuurt iets nu, je gesprekspartner leest het later.”
Tomlinson werkte in 1971 voor BBN (Bolt Beranek and Newman) dat ARPANET ontwikkelde, een communicatienetwerk dat wetenschappers en onderzoekers konden gebruiken om elkaars computers te raadplegen. Die herfst stuurde hij de eerste e-mail, inclusief @-symbool, naar een andere machine.
Hij herinnert zich dat “e-mail toen vooral gebruikt werd als alternatief voor telefoongesprekken.” E-mail kon de problemen van tijdzones omzeilen omdat er niet altijd iemand fysiek aanwezig moest zijn om het gesprek te ontvangen.
Vandaag de dag is e-mail volledig ingeburgerd, maar wordt het niet enkel voor koosjere doeleinden gebruikt. Over de eerste negen maanden van 2011 was tussen de 88 en 90% van alle e-mail die werd verzonden spam.
Tomlinson ziet de toekomst van e-mail toch erg rooskleurig in, al is hij niet zeker dat de naam ervan zal overleven. Het model van Facebook Messenger, dat elk bericht naar een offline persoon als een e-mail verstuurt, is volgens hem een mooie evolutie.
“Of de naam overleeft of niet, e-mail zal nog lang blijven voortbestaan. Andere vormen van communicatie zullen er mee samensmelten,” besluit hij.
