Het belang van nieuwe media voor onze maatschappij en toekomst valt niet te overschatten. Digiveiligheid is een basisvaardigheid, die voor jongeren steeds gemakkelijker maar ook verleidelijker is. Niet alle ouders kunnen de technologie bijbenen, maar ze spelen wel een diepere rol.
De toekomst is ICT-gedreven, door jong en oud. We zijn qua nuttige skills dus voorbij computer- en internetgebruik en zetten volgende stappen: mediawijsheid, digiveiligheid en hacken. Let op, ik heb het over hacken in de oorspronkelijke betekenis: computers en software doorgronden, uitdokteren. Zo zijn zwakke plekken te vinden om ICT dan beter te kunnen beveiligen. Zo zijn ook verrassende nieuwe mogelijkheden te ontdekken.
Jongeren die software ontwikkelen zijn in wezen ook hackers; zij stoeien met softwarecode. Zij maken nieuwe apps, zij zorgen voor innovatie. Maar er is ook een schaduwkant. Er is namelijk een subtiele overgang van hacker naar cracker, van beveiliging aan de tand voelen naar beveiliging misbruiken, van wit naar zwart.
Interpol waarschuwt de wereld voor een trend die wij bij Kaspersky Lab ook zien: het wordt steeds gemakkelijker en jongeren lopen voorop. Computers, smartphones en apps, maar ook hackmiddelen worden steeds gebruiksvriendelijker. Elke beginneling kan zó een gevorderde worden. Bovendien is het cool.
Mediawijze, tech-savvy jongeren zien dat de wereld draait om ICT en dat zij met hacken daarin groot kunnen worden. Bijvoorbeeld door met overtuigende nepmails wachtwoorden van leraren buit te maken. Wie is er op school cooler dan degene die elke onvoldoende kan veranderen in een voldoende?
In de oude science fiction film Wargames was zo’n hack voorbehouden aan een wereldvreemde nerd, die hiermee indruk wilde maken op een meisje. Aandoenlijk geval van fictie. Nu in 2017 kan elke jongere dit zó voor elkaar krijgen, doordat hackmiddelen en complete handleidingen vrijelijk voorhanden zijn. De mogelijkheden voor hacken gaan ver, heel ver. En ze worden gretig aangegrepen.
“Voor jongeren is het een statussymbool geworden om op computers in te breken”, constateert Interpol-topman Christophe Durand. De belangrijke nuance is dat het bij cybercriminelen gaat om gewin, maar bij jongeren om de kick en de status. Zij en mensen in hun omgeving lopen echter het risico van de subtiele overgang; van hacker naar cracker. Digitaal kattenkwaad kan zó uit de hand lopen.
Vele ouders zullen het al wel weten: verbieden is niet de oplossing. Bovendien bestaan er al vele verboden: wetten en regels die computerinbreken strafbaar stellen. Politie, Justitie en Interpol pakken dit streng aan. Tegelijkertijd moeten wij als leraren, ouders, vrienden, ICT-beveiligingsdirecteuren, kortom: leden van de maatschappij, ook optreden. Door te sturen op moraal en ethiek.
Nieuwsgierige jongeren hebben waarschijnlijk geen hulp nodig voor de ontwikkeling van hun tech-skills. Wel kunnen ze richting gebruiken voor goed en fout, voor white hat hacking versus black hat hacking en de grijstinten daartussen. Want digitaal kattenkwaad of fouten uit het verleden kunnen je flink opbreken in de toekomst. Ook nadat je je skills hebt ingezet voor goed. Hoera, elke jongere kan hacken … help!
[Afbeelding © Sergey Nivens – Adobe Stock]