Ben je wel eens online opgelicht? Grote kans van wel. Hoewel er rond dit onderwerp nog steeds veel schaamte heerst, zijn er gelukkig ook veel mensen die zich realiseren dat er iets niet pluis is en melding doen. 2,4 miljoen Nederlanders zijn wel eens online opgelicht.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek deelt vandaag cijers over online criminaliteit waaruit blijkt dat het aantal slachtoffers in Nederland in 2024 steeg naar 2,4 miljoen mensen. Het deed onderzoek onder 33.000 mensen en vergeleek dit met een eerder onderzoek uit 2022: het aantal mensen die wel eens met cybercriminaliteit in aanraking waren geweest steeg van 14,8 procent naar 15,7 procent.
Het CBS laat weten: “Het aantal slachtoffers van online criminaliteit verschilde nauwelijks tussen vrouwen en mannen, en voor onderwijsniveau. Wel werden jongeren vaker getroffen dan ouderen: 20 procent van de 15- tot 25-jarigen, tegenover 10 procent van de 65-plussers. Het verschil tussen jongere en oudere leeftijdsgroepen was het grootst bij online bedreiging en intimidatie.” Het is opvallend dat het juist zoveel jongeren zijn die de dupe worden van online oplichters.
Immers zie je bij phishing bijvoorbeeld toch al snel oudere mensen voor je die denken dat de persoon aan de telefoon echt van Microsoft is, of die op een verkeerd knopje klikken op het internet. Nee hoor: 20 procent was 15 tot 25 jaar, terwijl 10 procent 65-plus is. Wel moet erbij vermeldt worden dat online bedreiging en intimidatie vooral een groot verschil is tussen de ouderen en de jongeren.
15-plussers hebben veelvuldig te maken met online oplichting en fraude. Aankoopfraude overkwam maar liefst 7 procent van de gevallen. Het maakt echter weinig uit welk type cybercrime het is: het laat bij veel mensen toch een diep litteken achter. Slachtoffers geven volop aan dat ze minder vertrouwen hebben in mensen na zo’n incident (37 procent) en bijna 1 op de 3 mensen voelt zich minder veilig. Er ontstaan angstklachten, depressies, slaapproblemen en ander gedrag dat aan trauma’s is gelinkt.
Helaas is het maar 48 procent die ook daadwerkelijk melding maakt van de online fraude die hen is overkomen. 18 procent ging naar de politie, 45 procent ging naar een andere instantie, zoals een meldpunt voor online criminaliteit of een maatschappelijk werker. Opvallend is dat we zelden naar de politie gaan als we worden gehackt: zo’n 11 procent van de slachtoffers stapt wel naar de politie. Reden om het niet te doen? ‘Het helpt toch niets’ (32 procent) of men vindt het zelf niet zo belangrijk (40 procent). Kortom, veel mensen voelen zich dan dus ook niet heel erg gehoord en dat is kwalijk, zeker voor zij die trauma’s hebben opgelopen.
Bovendien is het belangrijk om te erkennen wat er is gebeurd. Stop met denken ‘Ik had beter moeten weten’: het kan iedereen overkomen. Er is je iets heel naars overkomen, dus wees lief voor jezelf. Geef jezelf niet de schuld en schaam je niet, want daders gaan ontzettend geraffineerd te werk. Je kunt je gevoelens bijvoorbeeld in een dagboek schrijven of met familie praten om ze te verwerken. Ook kun je overwegen om je gevoel van veiligheid weer wat groter te maken door je wachtwoorden te veranderen, de oplichter zoveel mogelijk te blokkeren en te kijken of iemand met meer verstand van cyberveiligheid je kan helpen je accounts veilig te houden.
Ben je daarna nog steeds angstig of voel je je onaangenaam over de situatie, dan helpt naast praten ook simpelweg de tijd: naarmate die verstrijkt, ben je waarschijnlijk beter in staat het los te laten. En kun je, als je dat nog niet hebt gedaan, mogelijk alsnog melding doen bij instanties die je kunnen helpen.