Je ziet de berichten steeds vaker langskomen: casual en social gaming is in opkomst, steeds meer mensen en vrouwen gamen, de industrie blijft groeien, etc., etc. Allemaal tekenen dat er een steeds grotere acceptatie is van het medium games. En maar goed ook, want voor de mensen die al een tijdje aan het spelen zijn is het vaak moeilijk geweest.
Wie heeft nog nooit een meesmuilend “oh, dus je speelt veel computerspelletjes?” gekregen als hij (of incidenteel zij) tot een paar jaar geleden vertelde dat gaming een groot onderdeel van het entertainmentmenu omvatte? Die tijd is gelukkig voorbij, maar misschien wordt het dan ook eens tijd dat we de geuzennaam “gamer” gaan loslaten.
Niemand noemt zichzelf “lezer” of “TV-kijker”, althans niet in de zin dat het je als persoon zou beschrijven. Het gaat ook niet meer echt: oma speelt Bejeweled, zusje is helemaal verslaafd aan Farmville, moeder is aan het Wii Fitten om klaar te zijn voor het bikiniseizoen en pa pokert online. Je kunt het noemen hoe je wilt, maar het zijn allemaal elektronische spellen die gespeeld worden, dus gamen ze.
Of zijn dan alleen maar de hardcore de term ‘gamer’ waardig? Nee, natuurlijk niet. Zoals Kevin Butler op Sony’s E3 persconferentie fameus zei over de instroom van mensen die eerst niet, maar nu wel games spelen in welke vorm dan ook: “If you get an awesome girlfriend, and someone else gets an awesome girlfriend, you know who wins? Everyone.” Maar nogmaals moet je je afvragen waarom je die term zou willen vasthouden. Dat werd nog eens bevestigd toen deze week uit een Amerikaans onderzoek bleek dat vooral vrouwen niets hebben met de term. Van de games spelende dames vertelde liefst 60% dat ze “geen gamer” waren, of zich in ieder geval niet gamer genoeg voelden om er die term aan te hangen. Terecht.
Mensen die veel games spelen zijn game-enthousiasten, om om het beestje een naam te geven. Want net zoals die wandelende IMDB geheid als filmfreak wordt neergezet heb je ook genoeg gamegekken (voor de volledigheid wil ik de boekenwurm dan niet vergeten 🙂 die gewoon veel spelen. Dat is prima, maar de tijd dat je als gamespeler per definitie een aparte categorie persoon was is voorbij. De in de laatste jaren zo hard gegroeide populatie die elektronisch speelt doet dat gewoon en voelt zich niet zo verbonden met het medium dat daar een aparte naam aan vast hoeft te hangen, en dat is ook maar beter zo.
Want hoe jammer veel ‘echte’ gamers het toch vinden dat hun aparte hobby is ‘afgepakt’ door de casual markt, hoe hard ze ook zullen roepen dat het spelen van Farmville niet te vergelijken is met hardcore CoD spelen, hoe graag ze ook zouden hebben dat iedereen zich terugtrekt uit deze miljoenenmarkt en er alleen nog maar ultrahardcore games uitkomen die zij alleen kunnen spelen, het tij is niet meer te keren.
Thank God, want wat veel van dit soort jongens (want die generalisatie wil ik nog wel aangaan) vaak vergeten is dat ze zelf ook niet voor altijd 15-25 meer blijven en hun interesses, voorkeuren en ook niet te vergeten reactievermogen zullen veranderen (en dat laatste niet in opwaartse richting, kan ik je als ervaringsdeskundige melden.) Nee, het is goed zo. Laat iedereen lekker meespelen, want ik heb liever dat ik leuke ervaringen kan delen met meer mensen die snappen wat er leuk is aan games dan dat ik samenzweerderig met dezelfde twee vrienden moet gaan zitten die het ook snappen.
Dus laat de gamer maar sterven, zodat de games de ruimte krijgen. Hoezee!