Nederland staat op nummer 1 in Europa qua het aantal laadpalen voor elektrische auto’s. We rijden in Nederland steeds vaker elektrisch: begin 2021 waren er 526,5 duizend elektrische en hybride auto’s, op 1 januari 2022 waren dit er al 725,5 duizend. Reden dus om in ons land laadpalen neer te zetten: veel ook, zo blijkt.
Meer dan 1 op de 12 personenauto’s in Nederland is ofwel elektrisch ofwel hybride. Dat komt waarschijnlijk onder andere door subsidieregelingen op deze bolides, maar inmiddels zal de de enorme stijging van de brandstofprijzen waarschijnlijk ook meespelen. Dat veel steden een milieuzone introduceren en het steeds minder aantrekkelijk wordt om een diesel te rijden, zal de keuze voor een elektrische auto ook beter maken.
Die auto’s zijn allemaal wel ‘dorstig’: ze hebben veel elektriciteit nodig om te kunnen blijven rijden. Daarom zie je in het Nederlandse straatbeeld steeds meer laadpalen. Bij stations, supermarkten en in wijken schieten ze als paddestoelen uit de grond. Autobranche-organisatie ACEA heeft ze geteld: het geeft aan dat ons land 90.000 laadpalen heeft. Dat is enorm veel: Duitsland heeft er ‘maar’ 60.000 en staat op de tweede plaats. Frankrijk staat met 37.000 laadpalen op nummer 3. Vergeleken bij andere Europese landen is dat echter allemaal gigantisch: in totaal zijn er 307.000 laadpalen in Europa.
Het zijn grote aantallen, maar ze zijn nog niet groot genoeg. Er moeten in 2030 6,8 miljoen openbare laadpunten zijn in Europa. De Europese Unie wil dat we in 2030 55 procent minder CO2 uitstoten en daar is dit een belangrijke factor in. Dat betekent echter wel dat er nog flink langs de weg getimmerd moet worden. Toch is dat uiteindelijk een voordeel: als je auto dan aangeeft bijna zonder elektriciteit te zitten, dan hoef je in ieder geval niet te ver te rijden (en haal je het hopelijk precies). Zeker in de winter bij vrieskou merk je het achteruitlopen van de batterij, waardoor je niet altijd uit kan gaan van de inschatting die de auto maakt.
Ons land is 41.543 vierkante kilometer, wat betekent dat er gemiddeld bijna twee laadpalen per vierkante kilometer te vinden zijn. In de praktijk ligt dit natuurlijk iets anders: in Amsterdam is het aantal palen veel groter. Bovendien staan er vaak veel laadpalen bij elkaar in bijvoorbeeld parkeergarages, waardoor de concentratie meer op één plek zit dan dat dit fijn verspreid is.
Tegelijkertijd is dat ook handig: als je dan een oplaadplek zoekt en hij is bezet, dan is er waarschijnlijk een ander vlakbij. In de toekomst is dat dus nog veel dichterbij, want het geldt zeker niet alleen voor de rest van Europa dat het aantal laadpalen moet groeien. In Nederland zie je dan ook steeds meer winkelketens die contracten sluiten om laadpalen te laten plaatsen. Het is echter de vraag in hoeverre de groei mogelijk is: er wordt regelmatig gesproken over elektriciteitsnetwerken die dit niet aankunnen.
Let wel op als je vaak laadt: op steeds meer plekken in Nederland riskeer je een boete als je te lang bij een laadpaal staat, naast dat het uiteraard niet al te sociaal is naar je medemens. Ook al hebben we er veel, je kunt ook die ene laadpaal beter niet te lang bezet houden.
Fotocredit: Rick Govic (@rickgovic) | Unsplash Photo Community