Lijst van de maand: 8 argumenten vóór het advertentiemodel

Sinds kort zoeken we een investeerder voor ons platform CheckZis. Wat we inmiddels al een aantal keren te horen hebben gekregen is: “We geloven niet in het advertentiemodel. Doe ons maar subscriptions. En dan liefst B2B.”

Daarom: argumenten waarom het advertentiemodel werkt en voorlopig zal blijven werken.

1. Groei

In Nederland werd in 2012 € 1,2 miljard besteed aan online adverteren. In Europa was dat € 24,3 miljard, een groei van ruim 11%. Daarmee zijn de uitgaven groter dan print en bijna net zo groot als TV.

Bovendien zal de digitale advertentiemarkt de komende jaren sterk blijven groeien: gemiddeld met 14% (tegenover 4% voor de niet-digitale advertentie markt).

2. Variatie

De online advertentie is al lang niet meer de irritante knipperende banner naast een artikel. De formaten zijn gevarieerder geworden, de adverteerder kan kiezen uit meerdere afrekenmodellen en de advertenties zijn door verbeterd inzicht in gedrag en context relevanter voor de kijker geworden.

Daarmee heeft de adverteerder meer mogelijkheden om zijn communicatieprobleem op te lossen. En de bekijker van de advertentie heeft een minder eentonige (en irritante) beleving.

3. Vernieuwing

Het steeds breder wordende online advertentie landschap is het gevolg van een sterk fenomeen: concurrentie. Concurrentie dwingt adverteerders en exploitanten van websites om te vernieuwen.

De laatste trend is die van “native advertising”, waarbij advertenties op een logische manier onderdeel worden van het mediaplatform. Denk bijvoorbeeld aan de sponsored Tweets op Twitter. De taak van het platform en de adverteerder daarbij is om (nóg) relevanter te zijn.

4. Bounce back market

De markt voor online advertenties groeit nog steeds, maar onder druk van recessie hebben advertentiemarkten de neiging te vertragen of krimpen. Ze zijn cyclisch. Klopt als een bus.

Maar ze hebben ook een groot “bounce back” potentieel. Bij economisch herstel trekken advertentiemodellen sneller en harder aan dan niet-cyclische modellen.

5. Schaalbaarheid

Schaalbaarheid: het toverwoord in de internetwereld. Een model is schaalbaar als je meer omzet kunt draaien tegen marginale kosten. Het adverentiemodel is veel schaalbaarder dan het abonnementmodel. Sommige advertentiemodellen vragen relatief lage kosten tegenover relatief grote omzetten.

Zie Mary Meeker’s slide (nr. 80) over de financiële performance van “Internet Leaders”. De hoogste marges zitten bij die spelers die het advertentiemodel centraal hebben staan: eBay, Facebook en Google.

6. e-Commerce

Misschien geloof je niet in het advertentiemodel, maar wel in e-commerce. Guess what? De concurrentie in webshopland is moordend aan het worden. En hoe komen al die webshops aan klanten? Precies, ze gaan adverteren.

7. Mobiel: het grote gat

Historisch gezien trekken tijdsbesteding van gebruikers van media en de advertentiebestedingen aan die media naar verloop van tijd naar elkaar toe.

In de V.S., de leidende internetmarkt in de wereld, is dit voor het “gewone” internet al bijna gebeurd. Bij het mobiele internet bestaat echter nog een groot gat. Net als een aantal jaren geleden op het “gewone” internet, wordt dit gat vooral veroorzaakt door het gebrek aan goede advertentieformats.

8. Gebruikers betalen niet

Voor de meeste gebruikers is het internet een gratis dienst. Voor de grootste gebruikscategorieën, content en sociale netwerken, wordt niet of nauwelijks betaald. Mooi voorbeeld: LinkedIn. Ooit de grote belofte van het Fremium model. Inmiddels komt slecht 20% van de omzet van LinkedInuit Premium Subscriptions. De resterende 80% komt uit Talent en Marketing Solutions. Advertenties dus…

Deze lijst kan je ook vinden op CheckZis.com.