Zwembaden die het water willen verwarmen hebben nogal een uitdaging als het gaat om de energiekosten en -transitie. In Zuid-Limburg hebben ze een ‘oude’ oplossing gevonden: zwemmen met water dat verwarmd wordt door mijnwater. Je zwemt dus niet letterlijk in water dat uit oude mijngangen – waarvan Zuid-Limburg in het midden van de vorige eeuw vele tientallen tienallen kilometers gegraven zijn – maar water dat door de warmte van het water in de mijngangen verwarmd wordt. Onlangs opende in Hoensbroek het eerste zwembad waarvan het water dus met de warmte van het mijnwater op een aangename temperatuur gehouden wordt.
Het water in het verbouwde zwembad van Hoensbroek, dat enkele dagen geleden haar deuren heropende, wordt nu dus verwarmd met mijnwater. Echter, vanwege de hoge kosten – de installaties voor het oppompen van het water zijn nog niet rendabel – wordt deels ook gebruik gemaakt van restwarmte die afkomstig is van VDL.
“Wij gebruiken restwarmte van VDL hier in het zwembad in Hoensbroek. En dat vullen we aan met warmte die we halen uit oude mijngangen. Dat water halen we op 700 meter diepte, dat verwarmen we in onze energiecentrale naar de gewenste temperatuur hier”, aldus Ria Doedel, directeur van Mijnwater tegenover 1Limburg.
Dat water is in de mijngangen ‘gelopen’ nadat de mijnen zelf, ruim 50 jaar geleden, gesloten werden. Het winnen van steenkool was midden jaren 60 van de 20e eeuw niet meer rendabel. Nederland had met het aardgas uit de velden in het Noorden van ons land een veel voordeliger alternatief gevonden. In 2003 bedacht een Heerlense ambtenaar dat het warme water – op een diepte van enkele honderden tot meer dan een kilometer was het mijnwater zo’n 30 tot 35 graden – prima gebuikt kon worden voor het verwarmen van gebouwen.
Bovendien was het grondwater van de mijngangen op een geringe diepte zo’n 15 tot 18 graden. Dat water zou prima gebruikt kunnen worden voor de koeling van gebouwen, in de zomer. Een duurzame oplossing die veel aardgas (verwarming) en elektriciteit (airco’s) zou kunnen besparen.
Een ambitieus plan werd gevormd en uitgevoerd. Helaas bleken de kosten voor het oppompen van het mijnwater en de warmtewisselaars nogal uit de klauwen te lopen. Uiteindelijk moest geconcludeerd worden dat het project niet rendabel was. Het bedrijf, en de lokale overheden, staken er vele miljoenen in die nooit terugverdiend konden worden.
Inmiddels heeft het bedrijf haar werkwijze en strategie aangepast. Nu wordt geen duur maatwerk meer geleverd, maar standaardoplossingen. Daarvoor wordt dus gebruik gemaakt van een combinatie van restwarmte van fabrieken (VDL Nedcar onder andere) en het mijnwater. Met de nieuwe plannen, en voortschrijdende technologie van de afgelopen 20 jaar, hopen de initiatiefnemers van het Mijnwater project dat het tegen 2026 wel een rendabele business zal zijn.