Het CBS heeft becijferd dat in 2022 in Nederland flink meer elektriciteit geproduceerd is uit zogenoemde hernieuwbare bronnen. Daaronder vallen wind, waterkracht, zon en biomassa. In totaal werd in 2022 zo’n 40 procent van de elektriciteit ‘gewonnen’ uit hernieuwbare bronnen. Een stijging van 20 procent ten opzichte van 2021 toen het aandeel ‘groene elektriciteit’ nog 33 procent bedroeg.
In Nederland werd in 2022 bijna 120 miljard kWh elektriciteit geproduceerd. Ruim 66,5 miljard kWh werd opgewekt met behulp van fossiele energie (kolen, aardgas) en iets minder dan 4,5 miljard kWh was afkomstig van kerncentrales. De rest, bijna 44,5 miljard kWh werd geproduceerd met windkracht, zonne-energie, biomassa of waterkracht.
Van de elektriciteit uit deze hernieuwbare bronnen was ruim 21 miljard kWh afkomstig van windmolens. Het aandeel dat uit zonne-energie werd opgewekt kwam uit op bijna 18 miljard kWh. Vergeleken met 2021 was dat een stijging van ruim 55 procent.
Sinds 2020 daalt de productie van elektriciteit die opgewekt wordt uit fossiele brandstoffen gestaag. In 2019 was dat nog ca. 92 miljard kWh. In 2021 was dat al gedaald tot ongeveer 75 miljard kWh. Vorig jaar daalde die productie verder, tot ruim 66,5 miljard kWh. De daling in 2022 werd vooral veroorzaakt doordat er fors minder aardgas gebruikt werd voor de productie van elektriciteit. De elektriciteitsproductie met kolen bleef nagenoeg ongewijzigd.
Nederland voert sinds 2020 meer elektriciteit uit dan dat het importeert. In 2022 werd ruim 18,5 miljard kWh ingevoerd terwijl we bijna 23 miljard kWh aan andere landen leverden.
De meeste Nederlandse elektriciteit wordt uitgevoerd naar Duitsland, gevolgd door België en Frankrijk. Bijzonder is dat dit ook de drie landen zijn waar wij de meeste elektriciteit van kopen (invoeren dus).