De mensheid is al vele duizenden jaren gefascineerd door wat zich buiten onze aarde allemaal afspeelt. Van de eerste ‘sterrenkundigen’ die in Babylonië de beweging van onze zon, de maan en der planeten beschreven en bijhielden, via de bekende Griekse astronomen die nog dachten dat de aarde het middelpunt van het heelal was, tot en met de pool Copernicus die als eerste ons zonnestelsel, met de zon in het centrum en daar omheen draaiende planeten, beschreef.
Copernicus kon al gebruik maken van een telescoop. Die was echter in geen velden of wegen te vergelijken met de telescopen waar we tegenwoordig mee naar de sterren kijken. Om nog maar te zwijgen van de Hubble die ons al tientallen jaren van prachtige foto’s voorziet en de nodige ontdekkingen gedaan heeft. Sinds een jaar heeft de Hubble echter een geduchte concurrent: de James Webb ruimtetelescoop. Ook die heeft ons al doen verbazen met zijn kijk op ‘deep space’.
De meest recente spectaculaire foto die NASA deze week gepubliceerd heeft, is afkomstig van de Hubble. Die spotte onlangs drie in elkaar draaiende sterrenstelsels die op het punt staan met elkaar in ‘botsing’ te komen en in elkaar te draaien. Nou ja, op het punt staan is een relatief begrip, want de sterrenstelsels staan nog altijd op zo’n 50.000 lichtjaar van elkaar. Dat klinkt, en is, een enorme afstand, maar voor sterrenstelsels is dat bijna letterlijk ‘naast elkaar’. Ter vergelijk, het sterrenstelsel dat het dichtst bij dat van ons (de Melkweg) ligt, is Andromeda, op zo’n 2.5 miljoen lichtjaar.
Deze drie sterrenstelsels liggen op een ramkoers en zullen uiteindelijk samensmelten tot één groter sterrenstelsel, waarbij ze elkaars spiraalstructuur vervormen door wederzijdse zwaartekrachtinteractie in het proces.