Kunstmatige intelligentie: we schrijven er veel over, we gebruiken het veel en het is zeker de laatste tijd steeds vaker het gesprek van de dag. Er kan ontzettend veel mee, maar wat is kunstmatige intelligentie precies?
Kunstmatige intelligentie wordt ook wel artificial intelligence genoemd. Het is een vorm van intelligentie die niet per se in een mens zit. Het is waar robots mee kunnen denken, maar het kan ook ingebouwd zijn in software. Zo zit er bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie in Netflix, waarmee dan nieuwe series worden aangeraden. Op een bepaalde manier kun je stellen dat kunstmatige intelligentie een robot of computerprogramma laat denken. Maar, daarbij is er altijd iets dat de AI van een gewone mens onderscheidt: het kan niet voelen.
Er is veel te doen rondom kunstmatige intelligentie, omdat het niet altijd wenselijk is wat zo’n AI-programma bedenkt. Zo merkte de sollicitatiebot van Amazon dat mannen vaak gekwalificeerder leken voor een baan, waardoor het alleen nog de cv’s van mannen door liet gaan naar de HR-verantwoordelijke. Het komt dus ook regelmatig in opspraak. Moeten we wel zoveel van onze data en onze keuzes in handen leggen van ‘de computer’?
Kunstmatige intelligentie bestaat niet alleen maar om rekenkracht. AI leert door nieuwe data gevoed te krijgen en neemt daarna zelfstandig beslissingen. Maar, waar komen die algoritmes dan kijken? Algoritmes zijn door de mens gemaakte ‘paden’ die kunstmatige intelligentie kan volgen en waarin patronen kunnen worden ontdekt. Denk bijvoorbeeld aan social media: TikTok heeft een algoritme met allemaal eisen waaraan iets moet voldoen om het bijvoorbeeld viral te laten gaan. Hoe meer een video voldoet aan al die ‘eisen’, hoe populairder hij wordt gemaakt.
Kunstmatige intelligentie is naast het volgen van algoritmen en ‘zelf denken’ en doorleren, ook in staat om van fouten te leren. Als iets niet klopt of niet goed gaat, kan AI dat -in veel gevallen- zelf realiseren en leren van die fout. Dan is er sprake van ‘machine learning’. Het kan heel veel: het kan leren bloemen te herkennen van foto’s en je te laten weten welke bloem het is. Maar het kan ook door allerlei informatie te gebruiken een heel opstel voor je schrijven, zoals ChatGPT.
We hebben het al eerder geschreven: kunstmatige intelligentie vindt zelf dat kunstmatige intelligentie geen goed idee is. Er zijn ook diverse wetenschappers die een brandbrief hebben geschreven over deze snelgroeiende technologie. Het zou, zo stellen ze, wel eens onze laatste uitvinding kunnen zijn. Denk daarbij aan killerdrones en Robocop-achtige situaties, waarbij er zoals je hebt gezien in de films van de Terminator en iRobot een soort legers aan robots opstaan om de mensheid uit te roeien. De angst zit hem daarin vooral in het zelflerende. Wat als AI uiteindelijk dingen leert die wij mensen niet voor mogelijk kunnen houden? Of de hiervoor gestelde agressieve dingen?
Zo zit kunstmatige intelligentie ook in veel auto’s. Het helpt auto’s bijvoorbeeld inparkeren, maar ook verdere zelfrijdende opties zouden alleen mogelijk worden als er nog meer kunstmatige intelligentie in de bolide wordt gebruikt. En we weten allemaal van de ongelukken die zelfrijdende Tesla’s hebben veroorzaakt: kunstmatige intelligentie ziet wel eens iets over het hoofd dat een mens normaliter waarschijnlijk wel zou spotten.
Tot slot zijn er echter ook veel mooie voorbeelden van kunstmatige intelligentie: er is niet voor niets zoveel ontwikkeling op dit gebied. Er zijn films waarin mensen diepe connecties aangaan met kunstmatige intelligentie, zoals in Her. Daarnaast maakt het veel dingen in ons leven makkelijker.
Je kunt er sneller leuke streamingtips door vinden, het kan robots aansturen waardoor je webwinkelbestelling nog eerder bij je kan arriveren en zo is er nog veel meer. Veel meer waar we dit jaar ook veel van te zien krijgen. Google komt met allerlei AI-projecten en we kunnen wel zeggen dat AI hoogtij viert. Al moeten we ook kijken naar regels, om zo te zorgen dat AI straks niet alleenheerser wordt over onze planeet.