De EU beslist dinsdag over een universele oplaadmethode voor gadgets. We schreven recent al dat de nieuwe iPhone waarschijnlijk beschikt over zo’n poort, in tegenstelling tot lightning. Maar, waarom wil de EU zo graag zo’n oplaadstandaard?
We benoemden al eerder waarom het überhaupt handig is om één oplaadstandaard te hebben: je hoeft maar één kabel in je tas mee te nemen en je kunt makkelijker even een kabel van iemand lenen als je oplaadnood hebt. Maar, wat is er zo bijzonder aan USB-C? Ten eerste is het sneller dan veel andere oplaadtechnologieën.
Ook is het voordeel van USB-C, ook al is het maar iets kleins, dat de kabel er zowel linksom als rechtsom inkan. De USB-A (of bijvoorbeeld het kleinere micro-USB) heeft dat niet, daar is maar één aansluitkant de goede kant. Best handig dus, dat USB-C, omdat je hierdoor ook minder snel je poort vernaggeld als je hem toch iets te enthousiast verkeerd om zou doorduwen.
Dat kan nu niet meer. Ook is het voordeel van USB-C ten opzichte van USB-A dat het een veel kleinere poort is, waardoor gadgets die toch wat kleiner zijn, zoals een smartphone of een case voor je oordopjes, qua design klein kan blijven (en esthetisch gezien aangenamer is). Bovendien kan USB-C dienst doen voor HDMI, omdat het ook videobeelden kan doorgeven. Je kunt het ook gebruiken om een tweede scherm aansluiten.
Een groot voordeel is uiteraard ook de technologische innovatie. Met USB-C kun je veel sneller opladen dan met andere USB’s, omdat hij versie 3.1 en 3.2 aankan. Hiermee zijn maximale transfersnelheden mogelijk van 5 en 10 Gbps. Daarnaast zou USB-C de enige oplaadmethode in USB zijn die straks USB 4 aankan. Hiermee kun je zelfs maximale transfersnelheden bereiken van 40 Gbps.
Tegelijkertijd is die innovatie echter ook wat een nadeel kan zijn voor zo’n oplaadstandaard. Het voordeel van Apple’s Lightning is dat het specifiek is gemaakt voor Apple-apparaten, waardoor Apple het ook naar eigen inzicht kan veranderen om door te innoveren. Dat is er straks niet meer bij als het inderdaad tot een standaard komt.
Aan de andere kant kan zo’n standaard wel veel betekenen voor de duurzaamheid van onze planeet. Niet alleen zorgt eenzelfde kabel ervoor dat we er minder van nodig hebben en er dus minder hoeven te worden geproduceerd. Er hoeven er dus ook minder te worden verscheept, waardoor er minder vrachtwagens nodig zijn, naast dat de doosjes van telefoons ook smaller kunnen, omdat niet meer alles hoeft te worden bijgevoegd. Als je immers eenmaal thuis één of twee USB-C-kabels en -oplaadblokjes hebt, dan heb je er in principe genoeg voor bijvoorbeeld je telefoon of het opladen van een speakertje of je in-ears.
Kortom, het is wel voor te stellen waarom de Europese Commissie deze keuze maakt en de kans is dan ook groot dat dinsdag inderdaad wordt besloten dat USB-C over enkele jaren de standaard moet zijn. De EU is al sinds 2009 bezig met een standaard, maar liet het over aan de markt. Die markt is in de loop der jaren steeds meer USB-C gaan gebruiken, alleen heeft Apple zijn eigen lightning dat het altijd gebruikt in zijn iPhones.
Straks moeten die dus waarschijnlijk ook van deze standaard gebruikmaken, net als alle smartphones, tablets, koptelefoons, Bluetooth-speakers en camera’s. Het geldt niet voor oordopjes en wearables, omdat dat technisch gezien complexer zou zijn. Beetje vreemd: we stelden niet voor niets net dat juist oordopjescases gebaat zijn bij USB-C, omdat het zo klein is. Het wordt hierom ook vaak allang gebruikt in deze dragers.
Waarschijnlijk horen we over een paar dagen meer en zal de nieuwe regelgeving ingaan per 2023 of 2024.