Dat de energieprijzen in het kielzog van de oorlog in Oekraïne de pan uit gerezen zijn is geen nieuws. Honderdduizenden huishoudens kampen al met de gevolgen daarvan. Energiebesparing is actueler dan ooit. De verwarming gaat een of een paar graadjes lager en elektrische apparaten worden minder gebruikt of blijven uitstaan. De vraag naar zonnepanelen is niet meer bij te houden en windmolens maken overuren – áls het waait. Binnen de EU heeft de energiecrisis er sinds de start van de oorlog voor gezorgd dat het afgelopen half jaar (maart tot september) bijna een kwart van alle verbruikte elektriciteit opgewekt werd met wind- of zonne-energie. Dat heeft de energie en klimaat denktank Ember becijferd.
Tussen maart en eind september werd via de zon en wind in de EU 345 Terawatt uur (TWh) aan elektriciteit opgewekt, 13 pocent (39 TWh) meer dan het jaar daarvoor. Windenergie nam daarvan 192 TWh voor haar rekening en zonne-energie was goed voor 153 TWh. In totaal betekenen deze cijfers dat in deze periode 24 procent van alle elektriciteit die in de EU gebruikt werd, van de zon of wind afkomstig was. In dezelfde periode in 2021 was dit 21 procent. Vergeleken met een jaar geleden heeft de EU in deze periode zo’n 8 miljard kubieke meter gas bespaard, ongeveer 11 miljard Euro.
Ember noemt ook een bedrag van 99 miljard, maar dat is wat het de EU gekost zou hebben – uitgaande van de huidige gemiddelde gasprijs – als we helemaal geen wind- en zonne-energie zouden gebruiken. Niet echt relevant vind ik, omdat wind- en zonne-energie al heel wat jaren deel uitmaken van onze elektriciteitsvoorziening.
Je zou misschien denken dat door de oorlog het afgelopen jaar, voor het opwekken van elektriciteit, vooral minder gas verbruikt is. Niets is echter minder waar. De afgelopen zes maanden wer 23 TWh meer elektriciteit met gas geproduceerd dan een jaar geleden.
Ook de elektriciteitsproductie uit zowel bruinkool als ‘zwarte’ kolen groeide, met respectievelijk 18 en 19 TWh. De wereld is het er al vele jaren over eens dat kolen zo ongeveer de meest vervuilende vorm van fossiele brandstof zijn. Door de enorme vraag naar elektriciteit – en nu gekoppeld aan de onzekere situatie op de gasmarkt – is het uitschakelen van vervuilende kolencentrales een traag proces. Sterker nog, in Duitsland mag de RWE, een van de grootste energieproducenten, al tot 2037 doorgaan met de winning en het gebruik van bruinkool voor haar elektriciteitscentrales.
De grootste dalers als het gaat om het opwekken van elektriciteit voor de Europese markt waren de kerncentrales (-/- 75 TWh) en waterkracht (-/- 41 TWh). Kernenergie staat al vele jaren onder druk. Steeds meer kerncentrales worden gesloten en dus is het niet gek dat een steeds kleiner aandeel van de Europese elektriciteitsvoorziening daarvan afkomstig is.
De vraag is wel of en in welke mate die daling zich de komende jaren zal voortzetten. Duitsland besliste deze week om de geplande sluiting van drie kerncentrales met in ieder geval enkele maanden uit te stellen en zelfs na te willen denken om ze de komende jaren te laten doordraaien. Ook in Nederland is de discussie rondom kernenergie de afgelopen maanden weer aangewakkerd.
De daling van de met waterkracht opgewekte elektriciteit zal voor een groot deel ook te maken hebben met de droogte in grote delen van Europa deze lente en zomer. Minder water in rivieren en stuwmeren betekent dat waterkrachtcentrales minder ‘hard’ kunnen draaien.
Het Ember rapport (pdf)