Shell, je weet wel, ooit onze nationale olietrots, spint al geruime tijd garen bij de hoge olieprijzen als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne. De winst van de multinational rijst de pan uit en aandeelhouders zijn al maanden in een feeststemming. Ongepast? Misschien wel, maar zo gaat dat nu eenmaal. De dalende olieprijzen maakt hen vooralsnog niet ongerust, want die worden deels gecompenseerd door de stijgende elektriciteitstarieven bij Shell Recharge.
Voor de consument met een ‘ouderwetse’ benzinebolide is het goede nieuws dus dat de olieprijzen dalen, en daarmee ook de prijs aan de pomp. Aan de benzinepomp dus, want de prijs van elektriciteit aan de ‘EV-pompen’ van Shell Recharge gaat juist de andere kant op. De laadpaal exploitant heeft namelijk laten weten dat klanten vanaf 28 september fors meer moeten gaan betalen voor een kWh.
Bij de snelladers van Shell Recharge betaal je nu nog 53 cent per kWh. Met ingang van 28 september wordt dat 68 cent per kWh. Ofwel een stijging van bijna 30 procent! Bij de snelladers van Shell Recharge betaal je nu nog 53 cent per kWh. Met ingang van 28 september wordt dat 68 cent per kWh. Ofwel een stijging van bijna 30 procent! En dan moet je bedenken dat ook nog rekening gehouden is met de (tijdelijke) BTW-verlaging op energie zoals die door de overheid wordt gecompenseerd.
Wow, stel je eens voor dat de benzineprijs van de ene op de andere dag met 30 procent omhoog zou gaan. Met de huidige prijzen zou dat zo’n 70 cent zijn. Ik ben ervan overtuigd dat driekwart van Nederland dan op z’n kop zou staan. En terecht!
Maar bij de EV-pomp vinden exploitanten dergelijke prijsstijgingen schijnbaar normaal. Dat heeft wellicht ook te maken met het feit dat de tarieven voor opladen vaak niet (transparant) vermeld staan bij of op de laadpalen. Zoals de borden die al meer dan 60 jaar wel gewoon bij de (intrit van) benzinepompen staan.
