Lightyear is een Nederlandse producent van een elektrische auto die mede opgeladen wordt doorvijf vierkante meter aan zonnepanelen die in de carrosserie verwerkt zijn. Daarmee kun je, op een zonnige dag, zo’n 70 kilometer (extra) rijden. De 60 kW ingebouwde accu heeft een WLTP bereik van ruim 600 kilometer. Vandaag maakte de in Helmond gevestigde EV-fabrikant bekend dat het 81 miljoen euro aan inversteringsbudget heeft opgehaald.
Het leeuwendeel van het geld is afkomstig van publieke investeerders, via Invest-NL. Andere investeerders zijn de provincies Noord Brabant en Limburg, via de ontwikkelingsfondsen BOM en LIOF. Met het extra kapitaal kan Lightyear de productiedoelstellingen van Lightyear 0, later dit jaar, realiseren en beginnen te denken aan de ontwikkeling van volgende modellen, zoals de Lightyear 2.
De eerste Lightyear, model ‘0’, wordt overigens geen auto voor de massa. Als alles volgens planning verloopt dan rollen er daarvan dit jaar zo’n 950 van de band. Nu is dat aantal niet de voornaamste reden dat het geen EV voor het grote publiek is. Nee, dat is toch echt het prijskaartje van 250.000 euro, exclusief BTW. En dat betaal je dan voor een EV met zonnepanelen die langer nodig heeft om van 0 tot 100 km/h te komen – 10 seconden – en een stuk minder hard rijdt – maximaal 160 km/h – dan mijn oude Golf 4 V5 uit 1999. Het exorbitante prijskaartje van de Lightyear 0 heeft alles te maken met de hoge ontwikkelkosten.
Lightyear verwacht dat het volgende model, de Lightyear 2, voor rond de 30.000 in de ‘showrooms’ zal staan. Die betaalbare Lightyear moet dan ergens in 2024 beschikbaar komen. Met de 81 miljoen euro die nu opgehaald is bij investeerders kunnen ze in ieder geval een flinke stap zetten in het realiseren van die verwachtingen.
Inmiddels heeft Lightyear ook al 10.000 pre-orders voor de Lightyear 2 op de plank liggen. Zowel LeasePlan als MyWheels, de caresharing provider, hebben beiden al 5.000 exemplaren ‘gereserveerd’.