Het is nog niet officieel bevestigd, maar volgens diverse media wordt Erling Haaland volgend seizoen de best betaalde voetballer van Europa. De Noor, nu nog spelend bij Borussia Dortmund, verkast hoogstwaarschijnlijk naar Manchester City. Haaland heeft met zijn nieuwe club naar verluid al een mondelinge overeenkomst gesloten. Hij zou daar de komende vijf jaar elke week 500.000 pond op zijn bankrekening bijgeschreven krijgen. Met de huidige wisselkoers is dat ruim 600.000 euro.
Voor dat geld moet hij dan dus vier of vijf dagen trainen, een of twee ochtendjes uitlopen en, tussen augustus en mei, een of twee wedstrijden spelen. Ow, en om Haaland definitief te kunnen inlijven moet Manchester ook nog even 75 miljoen (vraagprijs) aan Dortmund overmaken. Dat is de afkoopsom voor zijn lopende contract bij de Duitse club.
En dan hebben we het nog niet gehad over het tekengeld dat hij krijgt. Geld dat betaald wordt aan de speler wanneer hij zijn handtekening onder zijn nieuwe contract bij City gaat zetten. Over de sponsorgelden die de Noor nog gaat opstrijken zullen we het voor het gemak maar even helemaal niet hebben.
Het is natuurlijk al lang geen nieuws meer dat in het voetbal exorbitante salarissen en transferbedragen omgaan. En daar lijkt dus maar geen einde aan te komen. Waar we ooit nog schrokken van jaarsalarissen van 3 of 5 miljoen, is 2,5 miljoen per maand nu dus al heel normaal. Ja, een topsporter heeft maar een beperkt aantal jaren om zijn schaapjes op het droge te krijgen. Op een enkele uitzondering na – Ibrahimovic en Ronaldo – zit voor de meesten zo rond hun 35e de carrière er wel op. Ze zullen het geld dat een normaal mens in 40 tot 45 arbeidsjaren bij elkaar kan verdienen voor hun pensioen, binnen 10 tot 15 jaar moeten binnen harken.
Ons stervelingen lukt dat doorgaans met 2 x modaal (in 2022 zo’n 76.000 euro) heel goed, maar er zijn ook heel veel mensen die dat met 1 x modaal, of nog minder, voor hun 67e moeten proberen te rooien. Een profvoetballer die 10 jaar op de top van zijn kunnen, en salaris, kan presteren, zou dat dus met 300.000 euro per jaar ook makkelijk moeten kunnen redden. Ja, ik weet, zij hebben doorgaans een iets andere levensstijl en wanneer je vanaf je 35e moet rentenieren, is iets meer bestedingsruimte zeker wenselijk.
Dan nog, een voetballer die tien jaar lang 1 miljoen per jaar verdiend, hoeft zich vanaf zijn 35e nergens meer zorgen over te maken. Mits hij niet alles uitgeeft aan Bentley’s, Landhuizen, verkeerde beleggingen, exorbitante feesten, en niet te vaak in gemeenschap van goederen scheidt 😉 Dan kan het alsnog snel gedaan zijn met het potje voor zijn oudedagvoorziening. Maar serieus, 31,2 miljoen per jaar, vijf jaar lang, zoals Erling Haaland nu gaat binnen harken, dat staat in geen velden of wegen meer in verhouding.
Ik moet toegeven dat ik geen voetballiefhebber ben, voor zover jullie dat nu nog niet door hadden. Voetbal is echter wel degelijk een topsport. Maar qua inspanning totaal niet te vergelijken met hetgeen (prof)wielrenners moeten presteren. Een voetbalwedstrijd duurt meestal 90 minuten (met een minuut of zes tot tien ‘blessuretijd), en soms 120 minuten. Een gemiddelde wielerwedstrijd duurt vier tot zes uur, afhankelijk van welke koers op het programma staat. De meeste wielrenners rijden twee en soms drie koersen per week. Tijdens de grote rondes (Giro, Tour, Vuelta), zitten ze drie weken elke dag – met twee rustdagen – vier tot zes uur op de fiets. En trainen? Dat doen ze buiten het seizoen, en tussen wedstrijden, vrijwel dagelijks, inclusief extreem veeleisende hoogtestages, tientallen tot meerdere honderden kilometers.
Niet alle voetballers hoeven overigens de hele wedstrijd te spelen. Er mag ook (vijf keer) gewisseld worden. Wanneer Haaland straks een hattrick scoort en City met 4-0 voor staat, dan mag hij een kwartier voor tijd (of eerder) al ‘gaan zitten’. Een publiekswissel noemen ze dat. Dat is er bij profwielrenners niet bij. Ok, de knechten, die ook beduidend minder verdienen, hoeven niet elke dag tot het eind te presteren. Die mogen (lees: moeten) al hun krachten in de eerste uren van een koers verbruiken.
Kortom, de inspanningen die een (prof)wielrenner moet doen voor zijn sport, en centen, is vele male intensiever dan hetgeen voetballers moeten doorstaan. Maar, laten we voor deze ene keer roepen dat de inspanningen aan elkaar gelijk zijn. Het zijn immers beide topsporten waarbij sporters op het top van hun kunnen presteren. Verdienen wielrenners dan ook hetzelfde. Ja, dat verdienen ze wel, maar ze krijgen het bij lang na niet. Het gros van de toppers in het profpeloton moet het doen met jaarsalarissen van zo’n 2 miljoen (Mathieu van der Poel, Primoz Roglic). Er zijn wel enkele uitschieters die meer verdienen, zoals Tadej Pogacar en Peter Sagan (5 miljoen), maar dat zijn de uitzonderingen. Vergelijkbaar met Haalend, maar wel een paar treetjes (ruim 25 miljoen) lager.
Ja, daarbij speelt de populariteit van de sport uiteraard ook een rol. In het voetbal gaat veel meer (sponsor)geld om en er kijken doorgaans ook meer mensen naar. Die betalen bovendien allemaal entree. Door het kopen van een kaartje, of ze moeten een abonnement nemen om de wedstrijden op tv te kunnen zien. Wielrennen is nog altijd ‘gratis’ te bezoeken. Je kunt langs de kant van de weg gaan staan en kijken. En op tv worden de wedstrijden niet achter een decoder uitgezonden.
En toch, zelfs dan is het verschil tussen het salaris van een topvoetballer en een topwielrenner nog altijd extreem. Nee, 600.000 euro per week voor een of twee potjes voetbal is een klap in het gezicht van alle wielrenners die zich afgelopen weekend zes uur afgebeuld hebben tijdens de Hel van het Noorden (Parijs-Roubaix) en hen die over enkele weken aan de drie weken durende en ruim 3000 kilometer lange Giro D’Italia gaan beginnen.