YouTube-sensatie Charlie bit my Finger bracht 620.000 euro op, maar de eerste Tweet ooit werd verkocht voor 2,5 miljoen euro. Dé encyclopedie van het internet, Wikipedia, is geveild voor 663.000 euro. Een tegenvaller, aangezien Wikipedia toch een van dé websites is die veel mensen gebruiken om informatie op te zoeken. Het gaat gelukkig niet om heel Wikipedia als één NFT, maar alleen de allereerste pagina op het inmiddels miljoenen pagina’s tellende platform.
Het doet de vraag rijzen of de NFT-hype nu al begint af te nemen. NFT’s zijn non-fungible tokens, die worden gebruikt om digitale objecten verhandelbaar te maken omdat ze worden opgedeeld in allemaal aparte stukjes die elk uniek zijn. Vandaar het ‘non-fungible’ gedeelte (niet-vervangbaar). Het is nogal een buzzwoord geworden, want elk bedrijf doet er inmiddels wel iets mee, terwijl veel mensen een jaar geleden nog nooit van NFT’s had gehoord. Begint het inmiddels te normaal te worden? Vinden we het minder waardevol omdat er zoveel NFT’s zijn?
Net als op veel andere platforms (en zelfs op één van de eerste Apple-computers) was de eerste pagina niet bepaald een heel goede representatie van het platform: het was alleen maar een ‘Hallo wereld’ van oprichter Jimmy Wales. Hij was er vroeg bij: op 15 januari 2001 richtte hij Wikipedia op, dat inmiddels een begrip is waar veelvuldig naar wordt verwezen. Naast de pagina, die als .jpg werd verkocht, is ook de computer waarmee Wikipedia werd geprogrammeerd onder de hamer gegaan: de iMac Strawberry ging naar de koper die er 166.000 euro voor over had.
In tegenstelling tot wat veel mensen denken, is een NFT niet een manier om geld te gaan vragen voor de meest standaard dingen: niet alles wat digitaal is hoeft een NFT te worden. NFT’s zijn eigenlijk de nieuwe kunstobjecten van deze wereld. Om jezelf eigenaar te kunnen noemen van dingen die iconisch zijn geweest voor het internet, dat levert je een bepaalde status op. Vandaar dat van tevoren moeilijk kan worden ingeschat hoeveel zo’n NFT kan opleveren. Waarom is immers de eerste Tweet allertijden zoveel meer waard dan één van de meest legendarische, veelbekeken video’s van het ook zeer invloedrijke YouTube?
Aan de andere kant geldt dat uiteindelijk ook voor kunst. Hoewel iets beter in te schatten is hoeveel een meesterwerk van Rembrandt oplevert, is het werk van nieuwere kunstenaars veel moeilijker in te schatten. Immers is het uiteindelijk niet per se een optelsom van materiaalkosten en populariteit, het is uiteindelijk maar net wat iemand ervoor overheeft. En dit geldt dus ook voor NFT’s, waarvan dus ook totaal niet te zeggen is wat mensen ermee verwachten te verdienen.
Wat wel goed geregeld is, dat is dat veel opbrengsten van NFT’s tenminste naar een goed doel gaan, of een nieuwe ontwikkeling. Die 663.000 euro van Wikipedia bijvoorbeeld, die gaat naar WT.social, het nieuwe social medium van de Wikipedia-oprichter, waarbij je geen advertenties hoeft te zien om er gebruik van te kunnen maken. Bovendien is het voordeel van een NFT dat het object zelf op zich niet bij iemand in huis komt te liggen waarbij niemand het verder kan zien: die eerste Wikipedia-pagina blijft gewoon online. Dus, zelfs al zou de hype om NFT’s afnemen of juist toch enorm toenemen, daar merkt de gemiddelde internetgebruiker uiteindelijk weinig van.