Formule 1 fans, en die van Max Verstappen in het bijzonder, zullen nog regelmatig nagenieten van de epische ontknoping van het afgelopen raceseizoen. Het is nog maar twee maanden geleden dat ‘onze Max’ tot de eerste Nederlandse Formule 1 wereldkampioen in de geschiedenis gekroond werd. Dit jaar mag hij dus met startnummer 1 op zijn Red Bull rijden. De vraag wordt nu natuurlijk of hij dat in 2023 ook weer zal mogen. De auto waarmee hij dat moet gaan ‘regelen’, de Red Bull Racing RB18, is deze week onthuld. Of die weer net zo goed is, en misschien nog beter, dan die van zijn belangrijkste concurrent uit 2021? Daar valt nog weinig over te zeggen.
Voordat het vorige seizoen begon was het al bekend dat de FIA in 2022 heel wat nieuwe regels voor de Formule 1 in petto had. Die zouden eigenlijk al in 2021 van kracht worden, maar door de coronapandemie werd alles een jaartje uitgesteld.
De belangrijkste reden om alles weer anders te gaan doen, is het creëren van een raceklasse met meer concurrentie. Gelijkwaardigere teams en auto’s waardoor meer coureurs om de winst kunnen meestrijden. Wie alleen in 2021 naar de Formule 1 gekeken heeft, zal wellicht denken; ‘Maar het was toch rete spannend? Bijna letterlijk tot in de laatste bocht van de laatste race!’ Dat klopt helemaal, 2021 was een ongekend spannend raceseizoen in de Formule 1. Maar in de zes jaren daarvoor hebben we toch vooral vaak zitten kijken naar twee Mercedes bolides die vooraan wegreden en, als er niks geks gebeurde, ook als eerste over de finish kwamen.
Een dergelijke periode van dominantie is binnen de Formule 1 de afgelopen 30 jaar zeker geen uitzondering. Voor het ‘Mercedes tijdperk’, kenden we vijf jaar waarin Red Bull (toen nog met Sebastian Vettel) vrijwel alle races aan kop reed. En tussen 2000 en 2004 was het Ferrari, met Michael Schumacher die vijf jaar op rij de wereldtitel binnensleepten.
In hoeverre de nieuwe regels ook echt zullen bijdragen aan spannendere races en meer kanshebbers, dat valt nog te bezien. Feit is wel dat de FIA er op papier alles aan gedaan heeft om het voor de bouwers van F1-bolides zo lastig mogelijk te maken een raceauto af te leveren waarbij het moeilijk, zo niet schier onmogelijk is, om er lange tijd kort achter te rijden vanwege verstoorde luchtstromen. Daarvoor zijn er nu veel strengere regels voor de vloer, vleugels en andere aerodynamische en luchtstroom verstorende elementen.
Op papier, want de geschiedenis leert ons ook al tientallen jaren dat de knappe koppen die bij de verschillende raceteams werken aan de ontwikkeling van Formule 1 bolides die binnen de randjes van de regels zo optimaal mogelijk presteren, altijd wel een oplossing vinden waardoor de concurrentie-verhogende maatregelen uiteindelijk voor bepaalde teams, met iets minder knappe koppen wellicht, weer averechts werken. Over een paar weken, als de eerste race van start gaat, zal veel duidelijk worden. Misschien zelfs al tijdens de wintertesten, maar daar zullen sommige teams (zeker de topteams) veel kaarten en troeven nog achter de hand houden. Met andere woorden: de vraag of Max Verstappen ook in 2023 met nummer 1 op de neus van zijn Red Bull zal rijden, kan nu zeker nog niet beantwoord worden.