Wanneer bekend wordt dat een ‘dader’ na een jarenlange gevangenisstraf alsnog onschuldig blijkt te zijn, dan roept dat veel verbazing en vragen op. ‘Hoe kon het zo mis gaan?’ Die verbazing zie ik echter niet in het verschiet liggen nu bekend is geworden dat een miljardenboete die Intel in 2009 door de EU-commissie opgelegd kreeg, na dertien jaar alsnog geseponeerd is. Behalve zwetende advocaten en stapels (digitale) dossiers is de nasleep van een onterecht opgelegde boete natuurlijk ook geenszins te vergelijken met een onterechte opgelegde gevangenisstraf. De vraag hoe het zo mis kon gaan is, hoewel ook met een andere lading, wel.
De zaak van Intel stamt dus uit 2009. Destijds werd de chipfabrikant na een uitgebreid onderzoek veroordeeld voor het jarenlang – tussen 2002 en 2007 – bewust benadelen van concurrent AMD. Intel deed dat door computerfabrikanten, waaronder HP, Dell en Lenovo, te trakteren op kortingen en andere voordelen, mits zij zouden besluiten al hun x86-processoren van Intel af te nemen. Daarnaast betaalde Intel ook een distributeur van computers om ervoor te zorgen dat die alleen computers met ‘Intel Inside’ zou verkopen.
Al met al lijkt dit een typisch geval van oneerlijke concurrentie. Zo dacht ook de toenmalige onderzoekscommissie van de EU. Daarom werd Intel dan ook een boete van ruim 1 miljard euro opgelegd.
Uiteraard, ook een heel gebruikelijke gang van zaken, ging Intel in beroep tegen die boete. Dat beroep werd vijf jaar na de veroordeling, in 2014, afgewezen. Voor Intel echter geen reden om het daar dan maar bij te laten zitten. En dus werd twee jaar later een nieuwe beroepsprocedure gestart die nu dus door het Europese Hof van Justitie gehonoreerd is.
Volgens het hof heeft de EU-commissie die in de aanloop naar de veroordeling onderzoek deed naar de vermeende misstanden bij Intel, meerdere steken laten vallen. De commissie was onder andere doof voor de tegenargumenten die Intel aanvoerde om de volgens het onderzoek concurrentievervalsende hoge kortingen voor fabrikanten als Dell en HP te verklaren. Met andere woorden, het onderzoek van de commissie was onvolledig. Daarom oordeelt het hof nu dat Intel de boete van 1,06 miljard euro alsnog niet hoeft te betalen.
In juridische taal: De analyse die de Commissie heeft uitgevoerd is onvolledig en in ieder geval niet geschikt om rechtens genoegzaam aan te tonen dat de omstreden kortingen mededingingsbeperkende gevolgen konden hebben of waarschijnlijk dergelijke gevolgen hadden. Om deze reden verklaart het Gerecht de beschikking nietig, voor zover die praktijken in die beschikking zijn aangemerkt als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. Wat ten slotte het gevolg betreft van deze gedeeltelijke nietigverklaring van de bestreden beschikking voor het bedrag van de geldboete die de Commissie aan Intel heeft opgelegd, oordeelt het Gerecht dat het niet kan vaststellen welk bedrag van de boete uitsluitend betrekking heeft op de openlijke beperkingen. Bijgevolg verklaart het Gerecht het artikel waarbij Intel wegens de vastgestelde inbreuk een boete van 1,06 miljard EUR wordt opgelegd, in zijn geheel nietig.