Toen de Amerikaanse overheid, onder aanvoering van de toenmalige president Donald Trump, haar hetze tegen Chinese technologiebedrijven begon, was Huawei een van de hardst getroffen fabrikanten. Het bedrijf werd beticht van spionagepraktijken in opdracht van de Chinese overheid. De smartphone en telecom-gigant was op dat moment een van de wereldmarktleiders en hard op weg naar de nummer 1 positie, zowel op het gebied van de smartphone verkopen als leverancier van mobiele netwerktechnologie. Chinees nationalisme hield de verkoopcijfers in eigen land nog een tijd op peil, maar daar is nu ook een definitief einde aan gekomen.
Als gevolg van de Amerikaanse maatregelen tegen Chinese technologiebedrijven zoals Huawei en ZTE mochten Amerikaanse bedrijven geen zaken meer doen met hun Chinese concullegae. Dat werkte twee kanten op. Leveranciers van software, zoals Google (Android) en hardware (Qualcomm) mochten geen producten meer leveren aan Chinese bedrijven en diezelfde Chinese bedrijven werd verboden om producten te leveren aan Amerikaanse consumenten en bedrijven. Met het verbod op het leveren van mobiele netwerktechnologie (4G en 5G), werd, onder druk van de Amerikaanse overheid, door veel andere westerse landen overgenomen.
Het meest zichtbare gevolg van deze verbanning dat Huawei smartphones niet meer uitgerust konden worden het populaire en wereldwijd meest gebruikte Android besturingssysteem. Naar buiten toe toonde Huawei zich daarover niet heel bezorgd, maar kenners wisten direct dat dit puur uiterlijk vertoon was. Een smartphone zonder Android – als het ook geen iPhone is – is een kansloos product.
Maar, aanvankelijk zorgde Chinees nationalisme ervoor dat de verkoopcijfers van Huawei smartphones nog op peil bleef. In eigen land werden de smartphones van het merk een tegen van verzet tegen het grote boze Amerika. Bovendien had het handelsverbod niet direct invloed op het gebruik van het Android OS. Bestaande modellen, en ook nieuwe toestellen zolang die van dezelfde processoren gebruikmaakten, mochten nog steeds van Android voorzien worden.
Hoe anders was dat in het Westen. Daar doken de verkoopcijfers vrijwel direct na het instellen van het handelsverbod naar beneden. Op dit moment is Huawei dan ook al lang geen serieuze speler meer op de smartphone markt. De komst van de P50, met een eigen besturingssysteem (HarmonyOS) gaat daar geen verandering in aanbrengen.
En nu, zo blijkt uit de meest recente marktcijfers, is het Chinese nationalisme ook uitgewerkt. In het afgelopen kwartaal kwam Huawei namelijk niet meer voor in de top vijf van smartphone leveranciers in China. Sinds het handelsverbod is Huawei voorbijgestreefd door Vivo, Oppo en Xiaomi. Maar, het feit dat nu ook Apple Huawei op eigen grond verslaat, moet toch wel extra pijn doen.
Saillant detail is dat Huawei het in eigen land dus ook niet meer kan winnen van de lokale, Chinese concurrentie. En dat terwijl China het gebruik van Android, als reactie op de Amerikaanse sancties, sowieso ook verboden is. Dit betekent dat alle smartphone leveranciers hun toestellen van een ‘eigen’, ander, besturingssysteem moeten voorzien.
Het exacte marktaandeel van Huawei wordt door de marktonderzoekers van IDC niet meer vermeld. De fabrikant hoort nu bij de ‘overige merken’ die in China, samen, ruim 18% marktaandeel hebben. Qua marktaandelen zag de top 5 van smartphone fabrikanten in China er het afgelopen kwartaal als volgt uit:
1. Vivo, 23,8%
2. Oppo, 21,1%
3. Xiaomi, 13,4%
4. Apple, 10,9%
5. Honor, 8,9%
Voor Huawei is het de eerste keer in zeven jaar tijd dat het merk in eigen land niet meer in de top 5 van smartphone leveranciers staat.