De hoofdtitel van dit essay zou zo uit een bibliotheek van zelfhulp- of managementboeken kunnen komen. Een verhaal dat ingaat op het hoe en waarom van succesvol bewust zijn. De titel heb ik deze keer echter geleend uit een volstrekt andere bibliotheek, namelijk die van onze evolutionaire geschiedenis. Onze evolutionaire geschiedenis belichaamt namelijk het ultieme succesverhaal van onze menselijke soort. Hoewel er ontelbaar veel delen aan vooraf zijn gegaan, wil ik mij nu met name focussen op de redenen van het ontstaan van ons unieke bewustzijn.
Zoals ik in de loop van deze verhandeling duidelijk probeer te maken, staat ons bewustzijn op eenzame hoogte en in dienst van ons onderbewustzijn. Omdat ik mijn aankomende uiteenzetting wetenschappelijk niet kan bewijzen, valt deze uiteenzetting deels binnen de metafysica als onderdeel van de filosofie. Ik leun daarbij dus zoveel als mogelijk op wetenschappelijke inzichten en een evolutionair kader als direkte afgeleide daarvan. Tevens probeer ik onderscheid te maken tussen afgeleide wetenschap en pure speculatie.
Taalkundig hebben onbewust en onderbewustzijn overigens betrekking op hetzelfde fenomeen. In grammaticaal opzicht vormt onbewust namelijk het bijvoeglijke naamwoord dat rechtstreeks is afgeleid van het zelfstandige naamwoord onderbewustzijn. Als gevolg van mijn metafysische benadering kunnen de kopjes van de verschillende alinea’s hieronder tenslotte beter beschouwd worden als intrigerende hypotheses in plaats van als concrete stellingnames.
Dit essay gaat met name in op mijn gedachten over bewustzijn gemodelleerd binnen een evolutionair kader. Ondergetekende is overtuigd Darwinist en heeft alle standaardwerken op het gebied van de evolutieleer verslonden. Een evolutionair kader of frame biedt vaak de beste leidraad om onbegrepen biologische fenomenen te proberen te verklaren. Eén zo’n grotendeels onbegrepen fenomeen betreft het menselijke bewustzijn. Weinig onderscheidt de mensheid zo van zijn natuurlijke omgeving als ons bewustzijn. Hoewel ik erken dat heel veel andere organismen een vorm van bewustzijn bezitten, is het menselijke bewustzijn beslist ongeëvenaard op deze planeet. Het is ongetwijfeld dit bewustzijn dat verantwoordelijk is voor ons evolutionaire succes en onze huidige wereldhegemonie.
De mens blijkt als geen ander organisme in staat om de gevolgen van actie en reactie binnen de fysieke wereld te begrijpen en toe te passen. Het vermogen om actie en reactie of beter geformuleerd oorzaak- en gevolgrelaties te begrijpen en toe te passen, is uiteraard niet uniek voor de mens. Veel dieren zouden namelijk überhaupt niet kunnen bestaan zonder begrip en toepassing van de meest basale oorzaak- en gevolgrelaties. Een begrip van oorzaak- en gevolgrelaties vormt namelijk een belangrijk handelings- en gedragsfundament. In dat opzicht vormt een zekere mate van interne brein-terugkoppeling van de fysieke wereld om ons heen waarschijnlijk een harde bestaansvoorwaarde voor de meer complexe dierlijke organismen.
Sommige dieren hebben zelfs een evolutionair ingebakken begrip en toepassing ontwikkeld van de meer complexe oorzaak- en gevolgrelaties. Denk hierbij maar eens aan de beverburcht, het vogelnest, de bijenraat en de benutting van stenen of takjes als gereedschap door otters en vogels. Toch blijven dergelijke zichzelf eigen gemaakte oorzaak- en gevolgrelaties voor de meeste dieren strikt beperkt tot hun directe overlevingsstrategieën. Bovendien zijn ze vaak ingebakken of hard-wired binnen de genen van deze dieren.
De mens daarentegen is wonderwel in staat om oorzaak- en gevolgrelaties van meest basaal (zwaartekracht-effecten) tot zeer complex (chemische en nucleaire reakties) te ontwarren. Deze zichzelf eigen gemaakte oorzaak- en gevolgrelaties zijn echter nu eens niet ingebakken in onze genen, maar blijken rechtstreeks te worden gefaciliteerd door ons uitermate plastische brein. De manier waarop wij hier in slagen, is dat wij ogenschijnlijk in staat zijn om oorzaak- en gevolgrelaties voor een soort van intern podium en voetlicht te brengen. Dit intern podium en voetlicht onderscheidt ons van alle andere organismen op deze planeet en kan mijns inziens weinig anders inhouden dan datgene dat wij herkennen en benoemen als ons menselijke bewustzijn.
Ik zie het menselijke bewustzijn in dat opzicht met name als een interne spiegel of een interne reflectie van onze gedachten en de interactie van onszelf met de fysieke wereld om ons heen. Dat wil zeggen, als een soort van intern podium in ons hoofd dat onze gedachten en de interactie van onszelf met de fysieke wereld om ons heen nog eens helder voor het voetlicht brengt dan wel intern terugkoppelt. De mogelijkheid om onze gedachten en de interactie van onszelf met de fysieke wereld om ons heen voor een intern voetlicht te brengen, biedt vanzelfsprekend ongekende mogelijkheden ter evaluatie. Mogelijkheden ter evaluatie die de ons omringende oorzaak- en gevolgrelaties duidelijker in beeld kunnen brengen.
Een dergelijk podium en voetlicht biedt eveneens de potentie om gedachten of ervaringen aan te halen die niet direkt met een bepaalde handeling in het heden te maken hebben. Zonder een dergelijk bewustzijn zouden we wat dat betreft veel lastiger kunnen reflecteren op wat we denken, dachten, doen en deden. Tenslotte geloof ik dat ons bewustzijn een intern podium en voetlicht betreft waarvan met name ons onderbewustzijn actief gebruik maakt om onze gedachten en ons handelen te evalueren en navenant aan te passen. Dit heeft dan weer te maken met het hieronder nader uit te werken aspect dat al ons handelen in essentie onbewust is.
Het is goed voor te stellen dat een constante evolutionaire druk om ons aan te passen aan de fysieke wereld om ons heen ons biologische zelf in staat heeft gesteld een dergelijk bewustzijn te ontwikkelen. Het bewustzijn zoals hierboven beschreven biedt namelijk ongekende evolutionaire voordelen om de fysieke wereld te kunnen begrijpen en om hierbinnen niet slechts te kunnen overleven, maar tevens te floreren. Bewustzijn of interne brein-terugkoppeling van de fysieke wereld om ons heen zou weleens een belangrijke randvoorwaarde kunnen zijn voor ons begrip van oorzaak- en gevolgrelaties.
Overigens geloof ik dat ieder organisme dat pijn kan ervaren en zich hiervoor doelbewust uit de voeten kan maken een bepaalde vorm van bewustzijn moet bezitten. Een dergelijk bewustzijn, hoe elementair ook, biedt een organisme de mogelijkheid om oorzaak- en gevolgrelaties terug te koppelen en hier navenant op te reageren. In dat opzicht valt te verwachten dat bewustzijn zich tot op zekere hoogte parallel heeft ontwikkeld aan het onderbewustzijn. Niettemin valt het menselijke bewustzijn hiermee volgens mij niet afdoende te verklaren. Hiervoor onderscheidt het zich namelijk te veel van het dierlijke bewustzijn.
Zoals uit verschillende psychologische en elektrosensorische onderzoeken door de jaren heen is gebleken, lijkt ons bewustzijn met name te bestaan uit een verhaal dat wij nadrukkelijk achteráf construeren. Uit diverse elektrosensorische onderzoeken naar (bewuste) besluitvaardigheid in relatie tot het bewegen van bepaalde ledematen bleek namelijk duidelijk dat de elektrosensorische stimulatie van onze zenuwen en spieren de bewustwording nadrukkelijk vooruit ging. Met andere woorden, proefpersonen werden zich pas bewust van hun besluit om een ledemaat te bewegen, nadat de (onbewuste) elektrosensorische stimulatie van dat ledemaat in essentie al op gang was gekomen. Dergelijke resultaten bevestigen de veronderstelling dat ons bewustzijn niets anders inhoudt dan een degelijk geconstrueerd verhaal achteráf. Het kan wellicht ook verklaren waarom de verhalen die ons bewustzijn ons vertelt in sommige gevallen van de objectieve realiteit kunnen afwijken. Een verslag is immers ook niet altijd even accuraat.
Sommige filosofen gaan zelfs zover dat ze veronderstellen dat er helemaal geen bewuste handelingen bestaan. Zij gaan er vanuit dat ons handelen stuk voor stuk vanuit ons onderbewustzijn wordt aangestuurd en pas daarná op het podium en voor het voetlicht van ons bewustzijn verschijnt. Het bewustzijn vormt als zodanig nadrukkelijk een verslag en een legitimatie achteraf. Dit is eigenlijk niet eens zo’n vreemde gedachte voor iets dat als een interne brein-terugkoppeling ter evaluatie is geëvolueerd. Binnen onze menselijke mindset lijkt er echter sprake te zijn van een simultane ervaring. Voor een individu valt het verschil tussen een onbewuste handeling en de nagekomen bewustwording namelijk nauwelijks te onderscheiden. Daarvoor moeten we echt terugvallen op onderzoek zoals hierboven is beschreven. Hoe dan ook, diverse wetenschappelijke inzichten doen sterk vermoeden dat ons handelen exclusief vanuit ons onderbewustzijn wordt aangestuurd.
Persoonlijk ben ik er daarom al langer van overtuigd dat al ons handelen in essentie onbewust is. Wat uiteraard niet wil zeggen dat wij daar niet verantwoordelijk voor zijn. Ik wil er eigenlijk mee zeggen dat ik geloof dat iemand zijn of haar onderbewustzijn is, in tegenstelling tot de notie dat iemand zijn of haar bewustzijn is. Weliswaar valt daarbij te verwachten dat iemands bewustzijn uiteindelijk een bepaalde afspiegeling van zijn of haar onderbewustzijn vormt. Een dergelijk uitgangspunt houdt namelijk nog altijd de vanzelfsprekende vrije wil van het individu overeind. Ik benoem dit expliciet, omdat de kwestie aangaande vrije wil al veel te lang de discussie over bewust en onbewust handelen vertroebelt.
Voor alle criticasters, het is uiteraard wel mogelijk om bewust te redeneren en door iteratie of herhaling van bewust redeneren en onbewust handelen bewust gedrag te vertonen. Het afleggen van een geografisch traject komt bijvoorbeeld sterk overeen met een dergelijk iteratief proces. Toch hoeft dit niets af te doen aan het feit dat wij in essentie onbewust handelen.
Ons onderbewustzijn wordt vaak vergeleken met een krokodillen- of reptielenbrein vanwege het in evolutionair opzicht vroege verschijnen. De vermoedelijke plaats van het onderbewustzijn bevindt zich binnen de kleine hersenen (cerebellum). Laten we daarom aannemen dat ons onderbewustzijn een evolutionair veel ouder deel van ons brein betreft dan het gedeelte van het brein waar ons bewustzijn zich ophoudt. Het laatste bevindt zich hoogstwaarschijnlijk binnen onze hersenschors, de buitenste laag van ons brein. Zulke aannames zijn betrekkelijk veilig te deduceren op grond van onze vroege evolutiegeschiedenis. Indien je bovendien aanneemt dat vroege levensvormen intuïtief en onbewust handelen en wij onze gezamenlijke voorouders met hen delen, dan is het eigenlijk helemaal niet zo bijzonder om te veronderstellen dat ook wij nu nog onbewust handelen.
Ons krokodillen- of reptielenbrein doet waarschijnlijk niet anders, al honderden miljoenen jaren lang. Het menselijke bewustzijn vormt daarnaast waarschijnlijk een duidelijke uitbreiding ten opzichte van het dierlijke bewustzijn. Het is niet zozeer deels gradueel en parallel aan het onderbewustzijn geëvolueerd, maar moet worden beschouwd als een deels nieuwe evolutionaire laag of toepassing. De mogelijkheid om achteraf onze gedachten en de interactie van onszelf met de fysieke wereld om ons heen voor een intern podium en voetlicht te brengen en intern terug te koppelen, biedt welhaast ongekende mogelijkheden voor ons onderbewustzijn ter evaluatie. Hiermee kon het onderbewustzijn vanaf een zeker moment veel efficiënter dan voorheen bestaande oorzaak- en gevolgrelaties in beeld brengen. Een dergelijke terugkoppeling zal daarom enorm hebben bijgedragen aan het lerend vermogen van ons plastische brein en derhalve aan ons evolutionaire succes.
We stuiten daarbij vrijwel direkt op een dilemma. Tenminste als we ervan uitgaan dat al ons handelen onbewust is. Vrijwel iedereen ervaart dit namelijk het merendeel van de tijd precies andersom. Daarmee bedoel ik te zeggen dat vrijwel iedereen de overtuiging heeft dat hij of zij gedurende het merendeel van de tijd bewust handelt. Dit kan echter het gevolg zijn van het feit dat we wel degelijk bewust kunnen redeneren en bewuste gedragingen kunnen vertonen. Daarbij kan de spiegel of de reflectie die bewustzijn mogelijk maakt ons interne beeld vertekenen. Of het vormt een noodzakelijke misleiding door ons bewustzijn om problemen te voorkomen? Ik denk daarbij dan aan de gelijktijdige gewaarwording van twee verschillende persoonlijkheden binnen één brein. Bezien vanuit onze geestelijke gezondheid zou dit potentieel tot een ongewenste situatie kunnen leiden. Beide verklaringen vormen echter pure speculatie, want hiervoor weten we eenvoudigweg nog te weinig over de intieme interacties van bewustzijn en onderbewustzijn.
Alles op een rijtje gezet, geloof ik dat ons bewustzijn een podium met voetlicht of interne brein-terugkoppeling betreft die door ons onderbewustzijn wordt gebruikt om onze gedachten en ons handelen te evalueren langs de relevante lijnen van oorzaak- en gevolgrelaties in de fysieke wereld om ons heen. In basaal opzicht geldt dit waarschijnlijk eveneens voor het dierlijke bewustzijn. Het menselijke bewustzijn is zijn dierlijke evenknie echter op een ongeëvenaarde wijze voorbijgestreefd.
De exacte aanleiding hiervoor is moeilijk te achterhalen. Het kan onze opponeerbare duim zijn geweest, of het feit dat wij de bomen en het bos verlieten of misschien wel dat we rechtop zijn gaan lopen? Of misschien een combinatie van deze zaken? Hoe dan ook, het is niet zo heel moeilijk om voor te stellen dat een bepaalde evolutionaire druk om ons aan te passen aan de fysieke wereld het biologische zelf uiteindelijk in staat heeft gesteld om richting een dergelijk uniek bewustzijn te evolueren.
Tenslotte zou het interessant zijn om te onderzoeken wat de consequenties van een dergelijk nieuw breinmodel kunnen betekenen voor het begrip en de toepassing van psychologie, hersenwetenschap en artificiële intelligentie.
Dit artikel is geschreven door Art Huiskes, onderzoeksjournalist.
[Fotocredits ©
m.mphoto & Ulia Koltyrina – Adobe Stock]