Emotieherkenning was hét gespreksonderwerp tijdens China’s grootste securitybeurs in Shenzhen. De technologie, die op luchthavens en metrostations wordt ingevoerd om criminelen te identificeren, vormt de laatste ontwikkeling in Chinese misdaadpreventie. China is toonaangevend op het gebied van surveillancetechniek en er wordt in het land al uitgebreid gebruik gemaakt van gezichtsherkenning en identificatie op basis van postuur en beweging.
Er zijn nu voor het eerst emotieherkenningssystemen geïnstalleerd in Xinjiang, een regio in het uiterste westen van China, waar naar schatting 1 miljoen voornamelijk islamitische minderheden in interneringskampen worden vastgehouden. Dat was reden voor Washington om sancties op leggen aan 8 Chinese AI-bedrijven.
Met behulp van videobeelden kunnen Chinese officials de gemoedstoestand van verdachte personen analyseren en zo naar eigen zeggen criminele activiteiten voorkomen, zoals terrorisme en smokkel. De technologie wordt meestal ingezet bij de douane en identificeert tekenen van agressiviteit en nervositeit.
Om te kunnen slagen op het gebied van emotieherkenning is gedegen kennis op het gebied van AI nodig. De twee grootste Chinese bedrijven op dit gebied zijn Alibaba en Tencent. Zij concurreren met bedrijven die al wat langer thuis zijn in de securitybranche: Megvii, Hikvision, Uniview, Dahua en Tiandy.
Het is geen toeval dat de nieuwe technologie voornamelijk in Xinjiang wordt uitgerold. De stad kreeg in 2017 maar liefst $ 2 miljard aan investeringsgeld om een slimme stad te worden. Dat geld wordt dus ook ingezet om de Oeigoeren in de gaten te houden.
Bedrijven waren huiverig om de impact van de handelsoorlog tussen de VS en China te bespreken, maar merkten wel op dat er minder Amerikaanse bedrijven op de expo aanwezig waren in vergelijking met voorgaande jaren.