Liegen is een onderwerp waar wetenschappers zich al lange tijd mee bezighouden. We doen het allemaal. Een leugentje om bestwil kan je zelfs verder helpen. “Goh, wat heb je leuke schoenen”. Niet gemeend misschien, maar toch handig om een positieve indruk te wekken bij iemand. Bij kinderen is liegen zelfs gezond. Gezond? Ja, omdat dit aangeeft dat ze zich kunnen verplaatsen in wat een ander denkt. Dit heet Theory of Mind. Autistische kinderen vinden het bijvoorbeeld soms moeilijker om te liegen.
Onderzoekers willen graag uitpluizen hoe en waarom mensen liegen. Deze kennis kan uiteindelijk nuttig zijn voor politie-onderzoek. In onderzoek worden verschillende technologieën gebruikt om te achterhalen of iemand liegt of niet.
Vooral het gezicht zou een goede verrader zijn van en leugen. Verschillende technieken worden gebruikt om hele subtiele en kleine veranderingen in mond, neus of ogen te zien. Een computer kan emoties in het gezicht herkennen. Dit is de emotion expression recognition toolbox. Ook eyetracking wordt vaak gebruikt in onderzoek naar lieggedrag. Hiermee kunnen oogebewegingen nauwkeurig worden gemeten. Onderzoekers zijn het niet eens over de precieze cues voor liegen. Wel lijkt het erop dat mensen die liegen juist méér oogcontact maken dan mensen die niet liegen. Ook op een andere manier lachen en meer subtiele veranderingen in het gezicht.
Een andere manier om de Pinokkio’s te ontmaskeren, is hersenonderzoek. Neurowetenschappers deden een opmerkelijke vondst, die ze “brain fingerprinting” noemden. Als je bekende informatie hoort, zou er een golf van activiteit door je hersenen gaan. Dit gebeurt na 300 miliseconden. Met EEG kan dit gemeten worden. Toch kun je ook hiermee niet per definitie zeker weten of iemand liegt. In een extreem geval: Iemand kan een zaag herkennen als moordwapen, maar ook omdat hij toevallig klusser is.
En hoe zit het dan met dat apparaat wat je vaak in films ziet? Zo’n apparaat meet lichamelijke reacties op vragen die gesteld worden. Ademhaling, zweetproductie en hartslag worden hiermee gemeten. Van mensen die liegen wordt verwacht dat ze sterker reageren op vragen. Deze techniek is echter omstreden. In Nederland wordt het ook niet gebruikt voor politie-onderzoek. En dat is maar goed ook, want er zijn een hoop factoren die de leugendetector minder betrouwbaar kunnen maken, zoals stress en angst.
Al met al blijft lieggedrag erg vaag en subjectief. Iedereen zal op een andere manier liegen. Onderzoekers zullen nooit dé beweging of verandering vinden die liegen verraadt. Maar met computers die steeds beter worden, worden wel bepaalde cues opvallender die toch weleens iets te maken zouden kunnen hebben met liegen.
[Afbeelding header © jackmac34 – Pixabay]