Vergeet de tram en de metro, de deelfietsen zijn hip en happening. In Nederland, het échte fietsland, maar ook in andere landen in de wereld zijn deelfietsen meer en meer te zien op de wegen. Wat zien we met z’n allen in deze fietsen?
In onderzoek van Ronald Berger is aangetoond dat de wereldwijde markt van deelfietsen jaarlijks met 20 procent groeit. Als dit zo doorgaat, zal deze markt in 2021 goed zijn voor acht miljard euro. Voor Europa ligt concurrentie op de loer: Aziatische bedrijven betreden hun thuismarkten.
De deelfiets is ideaal voor in de stad. Je kunt er duurzaam korte afstanden mee afleggen. Beijing, Shanghai en Shenzhen fietsen op kop, met respectievelijk 2,3 miljoen, 1,7 miljoen en 900.000 deelfietsen. Daarna volgen de drie Europese hoofdsteden Londen, Parijs en Berlijn, met respectievelijk 18.000, 15.000 en 14.000 deelfietsen.
De reden voor deze forse getallen, zijn de behoefte van reizigers aan goedkope reisalternatieven. Bedrijven hebben in totaal 3 miljoen euro verzameld om te investeren in de deelfietsen, vooral Chinese bedrijven. Deze zijn Europa binnen gefietst met hun deelfietsen die op willekeurige plekken in de stad in-en uitgecheckt kunnen worden (Free-floating). Dit zet Europese aanbieders onder druk. Zij komen in financiële problemen. Daarom zullen ze zich moeten onderscheiden op kwaliteit. Free-floating systemen zullen overblijven. Steeds vaker zijn de deelfietsen uitgerust met GPS, om diefstal en vandalisme tegen te gaan.
Mensen hechten tegenwoordig minder waarde aan een eigen auto of fiets. Vooral in grote steden is de combinatie van vervoersmiddelen juist praktisch. Na de treinreis het laatste stuk fietsen is de meest handige optie.
In de toekomst zal het belangrijk zijn om mensen binnen één app alle vervoer te laten regelen.
[Afbeelding © InZuid ]