Nou, Keith Bakker had toch gelijk hoor: gameverslaving bestaat. De wereldgezondheidsorganisatie (WHO) erkent vanaf vandaag gameverslaving als een officiële verslaving. Is niks geen nieuws natuurlijk, want al in 2011 werd het fenomeen al aan de Erasmus Universiteit onderzocht en daaruit bleek dat er zeker een hoop jongeren zijn die een ongezonde relatie hebben met elektronisch entertainment.
Maar wat zijn precies de criteria van ‘6C51 Gaming disorder‘? Het is een patroon van het herhaald spelen van digitale games waarbij er een ‘verzwakte controle’ is over hoe lang, hoe vaak en wanneer er gespeeld wordt en – niet onbelangrijk – wanneer er gestopt moet worden. Daarnaast moet er sprake zijn van een prioriteitsprobleem, waarbij gamen boven alles wordt gedaan, of dat nu belangrijke zake of sociale interactie is. De laatste stap is de meest logische voor het gezonde verstand: doorgaan terwijl er negatieve consequenties beginnen op te treden door het spelen van games.
Terwijl de verslaving nu officieel erkend wordt zijn er al duizenden mensen in therapie voor dit probleem, dus het lijkt een beetje mosterd na de maaltijd. Dan is het helemaal verrassend dat er wetenschappers zijn die het nog te vroeg vinden om gameverslaving op de lijst te zetten. Volgens hen is er nog meer onderzoek nodig voordat de officiële classificatie er mag komen.
Ze hebben echter een goed verhaal. Het probleem met gameverslaving is dat het niet altijd een oorzaak is van psychologische problemen, maar net zo goed een symptoom kan zijn. De lijn tussen mensen die heel graag games spelen en zij die er schade van ondervinden is sowieso al dun, maar het wordt nog ingewikkelder als je bedenkt hoe veel verschillende rollen gaming kan spelen in iemands leven.
Er zijn mensen die (online) spelen om hun eenzaamheid te verdrijven en zo toch sociale contacten te onderhouden, er zijn mensen die spelen omdat ze de hoop hebben er een carrière van te kunnen maken, er zijn mensen die spelen om alles om hen heen te vergeten en er zijn mensen die games spelen omdat ze makkelijk te pakken zijn voor de gok-achtige machanieken die in veel moderne games zitten.
De wetenschappers zeggen dat deze ‘makkelijke’ gameverslaving in de boeken er voor zorgt dat er straks makkelijk langs al die factoren heen gekeken gaat worden en er vermoedelijk een hoop misdiagnoses gedaan gaan worden. Ze vragen nu dan ook van de WHO en de makers van de DSM (hét naslagwerk voor behandelaars) om duidelijkheid over hoe deze verslaving gemeten zou kunnen worden en welke van de symptomen het belangrijkste zijn. Uiteindelijk is zo’n classificatie bedoeld om mensen met een probleem te kunnen helpen, en zonder die handvaten heb je er niks aan.
Dat verklaart meteen waarom het zo langzaam lijkt te gaan met de officiële diagnose van moderne problemen met media en technologie. Met dit tempo zou het best eens kunnen dat de WHO pas tegen 2025 ook het probleem van social media verslaving heeft erkend.
[Afbeeldingen © luckat – Adobe Stock]