Toen we in 2016 voor het eerst hoorden van Inkless, de startup die vanuit TU Delft kwam en die wilde gaan printen zonder inkt was ik al bang. Bang dat er een investeerder zou opduiken en dat de patenten en ideeën die de startup had gekocht zouden worden zodat dat er verder niks mee ging gebeuren.
Dat lijkt niet gebeurd, want de startup kondigde deze week aan dat ze een nieuwe investering van één miljoen euro hebben gekregen om de technologie klaar voor ontwikkeling te maken. Dat wil zoveel zeggen dat ze kunnen gaan kijken naar de praktische ontwikkeling van een product.
Mooi, want het idee van de startup (printen door papier te carboniseren, oftewel hyperlokaal te verbranden) is nog steeds heel relevant. De investering is bedoeld om het printen snel genoeg te maken om te kunnen concurreren met de huidige oplossingen. Als dat lukt zijn ze weer verder, maar dan moet er nog steeds een product gemaakt worden. Een nieuwe ronde investeringen eind dit jaar moet de cash gaan opleveren om dat te doen.
Inkless wil vooral achter de verpakkingsindustrie aan: barcodes, verzendlabels, productcodes en ‘goed-tot’ labels worden allemaal nog met inkt gedaan en daar valt dus veel (milieu)winst te behalen. Aangezien duurzaamheid een steeds belangrijker aspect wordt voor grote bedrijven is dat heel interessant. Maar dat is slechts stap één. Als dat product realiteit wordt wil Inkless uiteindelijk ook gewoon printers gaan maken die we allemaal thuis of op kantoor kunnen gaan gebruiken. Voor het zover is, is er dus nog een lange weg te gaan. Hopelijk wordt het product realiteit voordat de startup wordt ingehaald door internationale concurrenten.
[Afbeeldingen © Diego Cervo – Adobe Stock]