Het referendum over de sleepwet is eindelijk helemaal geteld en de resultaten zijn duidelijk: we zijn gesplitst. 49,4 procent van de mensen stemde tegen, terwijl 46,5 procent van de stemmen vóór de Wiv-wet stemde. Vier procent stemde blanco en 0,35 procent van de stemmen bleken ongeldig, zo zegt de kiesraad.
De opkomst kun je zien als een ferm ‘ja’ over het referendum als instrument, zoveel is wel zeker. Meer dan 50 procent van de kiezers is komen opdagen en dat is ver boven de 30 procent die nodig is om de in dit geval negatieve uitslag van het referendum als ‘raadgevend advies’ te laten gelden.
Dat betekent dat het kabinet de wet opnieuw moet bekijken, want het advies mag niet zomaar genegeerd worden, wat Buma ook zegt. Dat betekent sowieso dat de regering moet laten weten of de wet wordt ingetrokken (kleine kans) of bekrachtigd. Het parlement moet er dan over stemmen en die zullen het niet afschieten (had Buma toch gelijk), maar het betekent wel dat er eventueel wat aanpassingen gaan komen.
Tegenstanders van de wet staan al te popelen om naar de rechter te stappen om de wet te gaan bevechten als de tegenstem genegeerd wordt, maar uiteindelijk zal de wet er toch gaan komen. De Eerste en Tweede kamer zijn er van overtuigd dat we een wet als deze – eventueel ietwat aangepaste – er moet komen en niet te vergeten zijn er ook gewoon bijna net zo veel Nederlanders die het daar mee eens zijn. Natuurlijk gelden de meeste stemmen, daar ben je een democratie voor, maar de verdeling is groot als de tegenstemmers maar met zo’n nipte meerderheid het referendum ‘winnen’.
De bal ligt nu in ieder geval bij het kabinet. Zij zullen een uitspraak moeten doen en van daaruit gaat het dan verder, maar de Nederlanders zijn er in elk geval uit: die waarderen hun privacy meer dan veiligheid, om het maar heel zwart-wit te stellen.
[Afbeeldingen © Burlingham – Adobe Stock]
