Er zijn inmiddels genoeg grote gamebeurzen die toveren met grote cijfers. Gamescom trekt bijvoorbeeld elk jaar meer dan 300.000 gamers naar Keulen. Maar het afgelopen weekend gehouden Blizzcon is speciaal. Het is letterlijk een feestje, gegeven door gamesmaker Blizzard. Ze brengen niet vaak iets uit, maar hun games hebben een hele lange adem.
De vijf games die de bezoekers van het tweedaagse evenement in Anaheim, Californië ertoe bewogen om zo’n 200 euro voor een kaartje uit te geven zijn World of Warcraft (2004), Starcraft II (2010), Hearthstone (2014), Heroes of the Storm (2015) en natuurlijk de nieuwe lieveling Overwatch (2016). Tijdens de twee dagen die Blizzcon duurt word je dan als fan helemaal ondergedompeld in die games.
Het is vooral mooi om te zien hoe persoonlijk Blizzcon is. Er is logischerwijs niemand op de beurs te vinden die niet superfan is van minstens één van die games, en die fans krijgen tijdens het weekend de kans om heel dicht bij de mensen te komen die de games maken waar ze zo veel tijd in steken.
De 21 voetbalvelden die het Convention Center groot is zijn gevuld zijn met negen podia, waar het hele weekend onafgebroken panels en presentaties zijn waarin de ontwikkelaars een kijkje achter de schermen geven, nieuwe dingen aankondigen, vragen beantwoorden, e-sports wedstrijden organiseren en zelfs wedstrijdjes doen met de bezoekers.
De altijd populaire cosplay contest, waarin spelers zich zo mooi mogelijk uitdossen als karakters uit de games, is een van de hoogtepunten. Mensen spenderen honderden dollars en maanden tijd om thuis een kostuum te maken dat niet van de game te onderscheiden is. Sommigen nemen het niet zo nauw, maar de echt goede cosplayers zijn zo fenomenaal mooi uitgedost en geschminkt dat ze per direct in een live-action reclamevideo van Blizzard zouden kunnen fungeren.
Natuurlijk valt er ook van alles te spelen. Tijdens de twee uur durende openingsceremonie werden er allerlei nieuwe modes en uitbreidingen aangekondigd voor de verschillende games, en de mensen op de beurs zijn de eersten ter wereld die dat mogen ondergaan. Dat is beide kanten uit fantastisch: de fans mogen als eerste aan de slag met de nieuwe dingen, en Blizzard krijgt direct feedback op wat ze er van vinden.
Een ander aspect waar Blizzard dit jaar flink op heeft ingezet is de e-sports scene. Het bekijken van extreem getalenteerde gamers wordt stilaan steeds groter en door van elk van hun games een (soort van) wereldkampioenschap te laten houden tijdens Blizzcon kon iedereen met gelijkgestemden live kijken naar de beste spelers ter wereld.
Die ambitie om e-sports groot te maken uitte zich het meest in de Overwatch World Cup. Dit toernooi van landenteams had de top 8 wedstrijden bewaard voor Blizzcon en die werden in een heuse ‘sports arena’ gehouden. Ik ben geen enorme fan van Overwatch, maar om daar te zitten tussen duizenden fans die hun vijfmansteam aan het aanmoedigen zijn en he-le-maal uitflippen als er een goede play wordt gemaakt is waanzinnig vet. Het toernooi is trouwens – volstrekt volgens verwachting – gewonnen door Zuid-Korea. Net zoals Heroes of the Storm en Starcraft II, trouwens. Het is een ding.
Hoewel Overwatch dan de ‘echte’ arena toebedeeld kreeg waren de kampioenschappen voor de andere games niet veel minder populair. Op het moment dat de beste spelers ter wereld het tegen elkaar opnemen let iedereen op en doordat er overal schermen staan ontstaan er spontaan viewing parties van mensen die toch niet verder kunnen lopen voordat ze zien hoe het afloopt.
Terwijl al die dingen door elkaar heen gebeuren valt ook op hoe strak de 2500 Blizzard-medewerkers die meehelpen aan het organiseren van het evenement alles hebben neergezet. Zelfs de WiFi deed het voor iedereen! De beveiliging heeft het wel redelijk druk, aangezien er heel veel cosplayers naar binnen willen met hun (nep)zwaarden, lansen en bijlen. Alles wordt netjes gecheckt, krijgt een sticker als je er niemand echt mee kunt verwonden, en dan kunnen de demonen, ruige krijgers en andere fantasy-karakters doorlopen.
Elke game heeft zijn eigen hal, maar door al die schermen die ik al noemde kunnen de mensen die in de rij staan om een nieuwe held in Heroes of the Storm uit te proberen bijvoorbeeld meteen kijken naar een panel over de game, of ter plekke meejuichen met het wereldkampioenschap. Niet alleen dat, de wachtrijen zijn wel lang, maar lopen – anders dan op bijvoorbeeld een gamescom – goed door en dus sta je echt geen drie uur te wachten om iets te doen.
En nogmaals, dit zijn allemaal fans onder elkaar, dus de sfeer is geweldig, iedereen heeft goede zin en er worden overal nieuwe vriendschappen gesloten. Ik heb tijdens de twee dagen geen scheve blik of onvertogen woord gezien en met 30.000 mensen op een paar vierkante kilometer is dat toch apart.
Het sfeertje is als een combinatie tussen een popfestival en een sportwedstrijd, maar dan één met zo veel alternatieve activiteiten dat je het als bezoeker allemaal niet gedaan krijgt. Je moet echt kiezen, maar ook daar is aan gedacht. Als je namelijk binnen komt krijg je ook een virtual ticket, zodat je de panels, presentaties en wedstrijden ook naderhand thuis nog op je gemak kunt bekijken.
Dat laat je als bezoeker vrij om gewoon de dingen te gaan doen die je het liefste live ondergaat, zonder enige FOMO-stress. Het mooie is dat als je naast het net hebt gevist (de kaartjes voor Blizzcon zijn ondanks de prijs binnen een paar minuten uitverkocht) je ook apart zo’n virtual ticket kunt kopen en alles (ook live) kunt mee volgen.
Er is ook een speciale app om je ‘afspraken’ in de gaten te houden, speciale in-game bonussen voor mensen die er zijn, bergen aan merchandise om te kopen, exhibities van concept art en fysieke stukken die ter promotie zijn gemaakt, ruilbeurzen voor pins en patches die je kunt krijgen door activiteiten op Blizzcon te doen, het houdt niet op.
Een van de mooiste touches die laat zien hoe dankbaar Blizzard is dat al die fans al 11 jaar naar Anaheim komen om de games van de uitgever te vieren was het diorama in de foto hierboven. Dat lijkt in eerste instantie gewoon een leuke World of Warcraft-setting met plastic poppetjes, totdat je er achter komt dat al die 11.000 poppetjes op die tien vierkante meter allemaal apart 3D geprint zijn, naar de beeltenis van de Warcraft-spelers die ook op Blizzcon aanwezig zijn.
Maar goed, met cijfers gooien klinkt altijd indrukwekkend maar dat zegt uiteindelijk niet zo veel. Blizzcon moet het van zijn sfeer hebben, het gemoedelijke rondlopen, je ogen de kost geven, dingen uitproberen en net dat ene detail leren over die game die je zo graag speelt. De beurs heeft het allemaal en meer.
Als ik als (eerlijk is eerlijk) niet meer dan casually geïnteresseerde persoon in de meeste Blizzard-games al zo genoten heb van de sfeer, kun je je voorstellen hoe het is als echte fan. Maar ja, krijg maar eens een kaartje. Misschien bouwen ze in Anaheim net zoals dit jaar in 2018 ook weer een stuk bij, en is er weer plek voor wat meer mensen. Laten we het hopen, want iedereen zou een keer naar Blizzcon moeten zijn geweest, al is het maar om een paar duizend man “FOR THE HORDE” te horen roepen. Dat vergeet je nooit meer.
[Afbeeldingen © Blizzard]