Er wordt nogal wat ‘gehackt’ in Nederland. Er werden in 2016 zo’n 2,5 miljoen Cyberdelicten, zoals ze door het Centraal Bureau voor de Statistiek worden genoemd, gepleegd. Daarvan werden er echter maar iets meer dan 25 procent gemeld. Let wel: het gaat dan voornamelijk om dingen als identiteitsfraude, koop- en verkoopfraude (de marktplaatsoplichters), cyberpesten en ‘echt’ hacken.
Toen dit in 2012 nog werd bekeken was het meldingspercentage nog bijna een derde, met 31 procent. Dat is te wijten aan het feit dat vooral identiteitsfraude en koop- en verkoopfraude minder vaak gemeld wordt. Als je kijkt wat er echt bij de politie terecht komt is het precentage gelijk (laag) gebleven: nog geen 10 procent.
Jongeren zijn het meest slachtoffer van dit soort digitale criminaliteit. Logisch, zeg je, want die spenderen ook de meeste tijd online. Klopt. Wat je misschien ook zou verwachten is dat daar het percentage cyberpesten ook het hoogste is en ook dat is correct. Koop- en verkoopfraude raakt iedereen, behalve de 65-plussers. Met diens identiteit wordt ook het minste gefraudeerd, dus in die zin zijn de cijfers precies zoals je zelf zou verwachten.
Opleidingsniveau speelt ook een rol. Hoger opgeleiden zijn het vaakst slachtoffer, simpelweg omdat ze actiever zijn op het internet. Dat maakt ze anderhalf keer vaker slachtoffer dan laagopgeleiden. Waar je woont maakt minder uit: de stad heeft geen monopolie op online criminaliteit, want het internet maakt het niets uit of je in Amsterdam of Nederweert woont.
Het blijft wel verrassend hoe weinig dit soort dingen gemeld worden. Het CBP heeft er ook geen antwoord voor, maar het zal toch niet zo zijn dat mensen zich schamen dat ze digitaal in het ootje genomen zijn en het daarom maar niet melden? Waarom zou je het niet doorgeven als iemand misbruik heeft gemaakt van je op het internet? Wie het weet mag het zeggen…
[Afbeeldingen © Focus Pocus LTD– Adobe Stock]