Ja, dat is dus niet handig. EA, de uitgever van het verder heel succesvolle Battlefield 1, probeert natuurlijk zo veel mogelijk de game onder de aandacht te brengen, inclusief tv-reclame, online marketing, het influencen van influencers en de rest van de ‘aanjagers’ die nodig zijn om een first-person shooter te laten concurreren met het nog steeds heel machtige Call of Duty in deze periode van het jaar.
Het inherente probleem dat Battlefield 1 heeft is dat het gebaseerd is op een van de meest smerige oorlogen in de recente geschiedenis en dat daar – zeker niet in Europa – niet al te lichtzinnig mee omgegaan moet worden. De game zelf gaat daar verrassend goed mee om, tenminste in de verhaal-modus die iedereen overslaat om direct de multiplayer in te duiken. Nou ja, ze hebben het in elk geval geprobeerd. Dat kun je helaas niet zeggen van de muppet die de leiding had over de Twitterbrigade voor Battlefield 1.
De eerste wereldoorlog was een drama en als je er voor kiest om een game in die setting te maken, met het realisme dat in 2016 mogelijk is, heb je bijna de plicht om daar op een goede manier mee om te gaan. Deze tweets zijn het beste voorbeeld van hoe je dat niet doet en gelukkig is EA zo slim geweest om ze vrijwel direct te verwijderen en haar excuses aan te bieden, maar het is niet het eerste dat twijfelachtig is aan de marketing. De trailers waren allemaal niet veel beter, met gruwelijke taferelen die (wel heel effectief) op opzwepende muziek werden gezet.
Je zou kunnen zeggen dat het hypocriet is om hier nu een probleem van te maken, alleen omdat het nu toevallig om een oorlog gaat die in Europa een grote impact heeft gehad. Daar zit iets in. Verheerlijking van geweld hoort simpelweg bij de marketing van een shooter, dat is immers het hele punt waar de game om draait. Als je echter aan de ene kant een hoop bombarie maakt als uitgever of maker dat je zo bezig bent geweest met de historische accuraatheid en de materie met de hoogste mate van respect behandelt is het wel zaak om die gekke jongens van marketing in het gareel te houden. Jammer, deze marketingfail.
Onder de hashtag #justWWIthings werden scènes zoals het verbranden van tegenstanders met een vlammenwerper of het neerhalen van een Zeppelin met teksten als “When you’re too hot for the club” of “When your squad is looking on point” gecombineerd en dat is op zijn zachtst gezegd ongepast.
Natuurlijk is Battlefield 1 een game die zich grofweg op dezelfde doelgroep richt als Call of Duty en andere shooters van het soort, namelijk testosteronbommetjes die de game volgens de regels nog niet mogen spelen, maar dat is geen excuus voor dit soort marketing. Games zijn niet meer alleen maar vehikels om je bezig te houden of je agressie bot te vieren zonder echt te slaan en daar moet de marketing van vandaag de dag op afgestemd zijn.
[Afbeeldingen © EA]
