De gemoederen liepen flink op toen
Rise of the Tomb Raider als een timed-exclusive voor de Xbox One werd aangekondigd. Lara Croft and the Temple of Osiris zal PS4- (en XB1) bezitters niet kalmeren, maar zeker amuseren.
Net zoals zijn voorganger (
Guardian of Light) heeft Temple of Osiris niets met de reboot te maken. Een volwaardige Tomb Raider kunnen we het ook niet noemen. Eerder zouden we deze topdown platform actie puzzelaar (behalve als een mondvol) omschrijven als een ode aan de oude Lara Croft.
Deze Croft trekt haar klassieke outfit aan (groen shirt, hotpants, dubbele pistolen), spreekt met een typisch Brits accent (met termen als “Oh my”) en rooft (op een net zo’n Engelse wijze) iedere graftombe leeg die ze maar tegenkomt.
Dit keer koos ze de verkeerde want deze blijkt door Egyptische goden bezet en een kwaaie genaamd Seth blijkt wereldheerschappij plannen te hebben. Deze vinkt overigens ieder vinkje aan in de categorie snoodaard (Overdreven schreeuwen: check. Hysterisch lachen na ieder monoloog: check) en dat maakt hem aardig hilarisch.
Episch wordt
Temple of Osiris nooit, charmant des te meer. Het hele verhaal mag dan dertien in een dozijn zijn, het verloopt met een knipoog en zonder de loodzware dilemma’s van de jongere Croft. Deze game wil niets meer zijn dan een throwback naar de jaren negentig en dat doet het goed.
Dat kunnen we ook zeggen van de puzzels. Lara rent, springt, rolt met ballen, beklimt muren, duwt en trekt aan mechanismes, steekt lampen aan en vaak allemaal in een bepaalde volgorde. Tomb of Osiris barst van de spring-, schuif en tijdsgebonden puzzels die best pittig zijn.
Het gereedschap wat onze Croft het vaakst gebruikt is de staf van Osiris. Met deze magisch stok kan ze bepaalde platformen laten bewegen, tijdbommen vertragen en een laserstraal afvuren die magische portalen sluit. Ook helpt het je een weg door de wereld te vinden.
Het maakt de
Temple van Osiris gevarieerd en uitdagend. Sommige puzzels mogen dan erg veel van je vragen, en sommige sprongen wel heel erg precies, de velden blijven kort en krachtig en vervelen daarom zelden. Het zal zeker de oude Tomb Raider fans bekoren, vooral omdat ze dit keer met zijn vieren tegelijk kunnen spelen.
Jammer genoeg blijft de game wat kort. De hele verhaallijn duurt niet langer dan vier tot zes uur. Het houdt de game vers tot het einde, en de challenges zorgen dat ieder veld opnieuw kan worden gespeeld, maar een paar uur extra had misschien wel gekund.
Ook lijkt
Temple of Osiris een beetje veel op zijn voorganger. Ondanks de Staf van Osiris zien we toch vaak dezelfde puzzels en dezelfde schietmechanieken terug. Het blijft vers dankzij de uitdaging en de Egyptische sfeer, maar af en toe dachten we een expansie van Guardian of Light te spelen.
Uiteindelijk is het de charme die het hem doet. De pittige breinbrekers, het klimmen en springen en Lara’s posh accent leveren een old school
Tomb Raider game op. Het duurt uiteindelijk wat kort, maar Temple of Osiris blijft een prettig tussendoortje voordat Rise of the Tomb Raider arriveert.