Afgelopen week heeft de beursgang van Facebook ons nog eens goed duidelijk gemaakt hoeveel waarde bepaalde data kan hebben. Data over ons gedrag, onze persoonlijkheid, onze vrienden en onze meningen zijn blijkbaar miljarden waard. En ofschoon we langzaamaan wel meer bezorgd raken over hoeveel waardevolle privé-informatie we weggeven, toch lijkt ons dat vooralsnog niet te weerhouden massaal informatie met elkaar te blijven delen.
Gelukkig zou er behalve de ‘speciaal voor u op maat aangeleverde’ advertenties, ook nog wel eens iets écht goeds uit kunnen komen. Afgelopen week sprak Robert Kirkpatrick op een evenement van SAS in Amsterdam over hoe de Verenigde Naties, in de vorm van UN Global Pulse bezig zijn om, op basis van de enorme hoeveelheden data die er wereldwijd beschikbaar zijn, trends te ontdekken en voorspellingen te doen over globale en regionale ontwikkelingen.
“In een tijd waarin onze behoefte aan flexibiliteit in beleid groter is dan ooit, kunnen we met onze traditionele 20e eeuwse middelen de internationale ontwikkelingen niet meer bijhouden. Maar al te vaak is het kwaad al geschied tegen de tijd dat we weten wat er op individueel niveau speelt … En de ironie hiervan is dat we feitelijk zwemmen in een oceaan van real-time informatie.” Met die uitspraak verklaarde VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon de behoefte aan meer geavanceerde methoden om, liefst real-time, te begrijpen wat er gebeurt in de wereld. United Nations Global Pulse is opgezet om te kijken op welke manier analytics zoiets mogelijk kan maken.
“De wereld heeft nu een punt bereikt waarop dagelijks miljarden digitale reacties worden geplaatst op openbare webfora, blogs en social media sites zoals Facebook en Twitter. Deze openbare commentaren uiten gevoelens over de werkgelegenheid, vervoer, kosten van levensonderhoud, en wat mensen ook maar bezighoudt. Als we al deze opmerkingen van het publiek verzamelen en analyseren met betrekking tot de actualiteit (financiële crisis, natuurrampen, sportevenementen), kunnen we duidelijke en gemeenschappelijke gevoelens onderscheiden.”
Zo bleek bijvoorbeeld uit een recente studie over de werkloosheid, uitgevoerd UN Global Pulse met behulp van SAS Social Media Analytics dat meer online conversaties over het uitstellen van vakantie, het toenemende gebruik van het openbaar vervoer en een kleinere auto, inderdaad kunnen duiden op een werkloosheidspiek piek een paar maanden later. Hoewel deze relaties niet verrassend zijn, waren de analytics in staat te kwantificeren hoe ver zulke gesprekken meestal vooraf gingen aan de betreffende gebeurtenis (zo ging een piek in het praten over het uitstellen van reizen in de VS gemiddeld vijf maanden vooraf aan een piek in werkloosheid.) Social media-analyse kan vast niet de plaats innemen van de officiële statistieken maar is hier wel een uitstekende aanvulling op, in de vorm van extra informatie en inzichten. Zo kunnen de officiële statistieken ons wel vertellen dat er een daling plaatsvond van het aantal kinderen dat naar school ging in een bepaald gebied, maar kunnen de social media ons vertellen waarom die kinderen van school worden gehouden. (bijvoorbeeld om te werken voor eten of om het dorp te beschermen in een lokaal conflict).
Global Pulse is een innovatie-initiatief van de VN-secretaris-generaal, dat werkt als een Innovation Lab, het samenbrengen van expertise van binnen en buiten de Verenigde Naties om de huidige nieuwe wereld van digitale data en real-time analytics in te zetten voor de wereldwijde ontwikkeling. Het initiatief draagt bij aan een toekomst waarin de toegang tot betere informatie het sneller mogelijk maakt internationale ontwikkelingen op koers te houden, ’s werelds meest kwetsbare bevolkingsgroepen te beschermen, en mondiale schokken te kunnen dempen.
Data-filantropie
Veel geven zonder dat het iets kost. In de categorie sociaal verantwoord ondernemen is er voor sommige organisaties nu dus weer een mooie manier bijgekomen om de wereld weer iets beter te maken. Want de data die de VN nodig heeft voor Global Pulse is in principe aanwezig en beschikbaar. Overal in de ontwikkelingslanden, gebruiken mensen mobiele telefoons om toegang te krijgen tot banken, betalingsverkeer, marktinformatie, online handel, informatie over gezondheid, onderwijs, microkredieten, en sociale netwerken. Bijna 3/4 van alle mobiele telefoons in de wereld zijn in ontwikkelingslanden, en meer dan 2/3 van de mensen in deze landen wonen in gebieden met ten minste 1 streepje dekkingsignaal. Er zijn nu meer gebruikers van Facebook in Indonesië dan in de Verenigde Staten. Het is dus niet een kwestie van of de gegevens er zijn. De kwestie is toegang. Veel van deze data is namelijk niet openbaar. Robert Kirkpatrick: “Kunnen we het veilig te maken voor particuliere bedrijven om die informatie te delen? Zodat ze in ieder geval een aantal statistieken delen over de gegevens zonder de angst dat de concurrentie dit tegen hen zal gebruiken? En – heel belangrijk voor een initiatief dat bedoeld is juist de kwetsbaren te beschermen – welke aanpak is nodig om ons in staat stellen deze ‘digitale rooksignalen’ in geaggregeerde en anonieme vorm te krijgen zodat niemand in staat is informatie te herleiden tot een individu?”
“Uitdagingen alom. Maar de gegevens zijn er en we hebben het sterke vermoeden dat die patronen bevatten die kunnen worden gebruikt om miljoenen kwetsbare mensen over de hele wereld te beschermen. We moeten een manier vinden om dit te doen. Als we gelijk hebben zijn de kosten van het ‘niet doen’ is te hoog om te negeren. We roepen organisaties als Unilever, Procter& Gamble, de Telecomoperators en de Social Media sites op hun data voor dit goede doel beschikbaar te stellen.”
Donate your data. Big Data have Big Impacts.