Soms heb je van die boeken. Boeken die je eigenlijk te lang laat liggen. En als je dat boek vervolgens wel oppakt pakt het je meteen en hou je niet meer op. En heb je er spijt van dat je zo lang gewacht hebt.
Meestal gebeurt me zoiets bij romans of detectives (of Harry Potter). De verbazing bij mijzelf was dan ook groot dat het me gebeurde bij een boek over internet recht. Ok, internet heeft mijn interesse, maar recht? Nee, toch niet. Maar na het lezen van het boek “De Wet op internet” van Arnoud Engelfriet had ik weer dat gevoel: spijt dat ik het zolang heb laten liggen.
Nee, dit is geen commerciele post, en ja, ik kreeg het boek van Arnoud toegestuurd om te reviewen. Altijd leuk, reviews schrijven, hoewel soms tijds-intensief. Soms kom je interessante boeken tegen, soms minder interessante. Deze is zeer het lezen waard.
Het boek “De wet op internet” is er voor “de internetter”. En daar is niks te veel mee gezegd. Het boek heeft voor ieder wat wils, of je nou blogger, beheerder van een site, downloader of eigenaar van een bedrijf bent, je vindt wel iets terug in het boek wat op jou van toepassing is.
De hoofdstukindeling van het boek is ook gericht op die verschillende soorten ‘internetters’. Na de inleiding waarin onder andere het verschil tussen online en offline aan bod komt, is het de beurt aan de bloggers. Nu ben ik inmiddels toch een redelijk ervaren blogger, maar zelfs voor mij waren er nog een paar nieuwe dingen te ontdekken. Zo had ik nooit echt nagedacht over registratieformulieren en de meldingen die je erbij MOET plaatsen. En het bijknippen van plaatjes deed ik wel, maar dat dat eigenlijk ook echt ‘moet’ wist ik niet.
Naast de bloggers komen ook eigenaren van en deelnemers aan fora, downloaders en internetcriminelen aan bod. Engelfriet gaat in op het altijd lastige privacy-vraagstuk, hoe ga je om met de verwerking en zit er nou eigenlijk briefgeheim op een e-mail? (Nee dus)
Ook interessant is het onderdeel over downloaden. Eindelijk wordt eens simpel maar duidelijk beschreven wanneer je nu illegaal bezig bent en wanneer niet. Het ‘sharing’ principe wordt helder en duidelijk uitgelegd.
Een belangrijk hoofdstuk is mijns inziens het hoofdstuk over broncodes. In gesprekken met klanten hoor ik vaak voors- en tegens van Open Source langskomen. Hierbij heetf Open Source een sterk ‘charitatief’ karakter. Open Source kan echter wel degelijk goed commercieel worden ingezet. Daarbij moet worden aangetekend dat iets bouwen in open source niet meteen betekent dat datgene wat je bouwt voor iedereen beschikbaar is.
Het Open Source hoofdstuk gaat vervolgens moeiteloos over in een soortgelijk onderwerp wat steeds meer speelt: hoe ga je nu wettelijk om met al die Mashups, API’s en andere geimporteerde content? het hoofdstuk “Voorwaardelijk webgebruik” gaat hier feiloos op in.
Ik zou bijna het hele boek hier gaan overschrijven en volgens de creative commons license die het boek heeft zou dat nog praktisch mogen ook, maar dat zal ik niet doen. Het boek is een aanrader. Natuurlijk zijn er onderwerpen die niet helemaal aan bod komen, maar alles bespreken is onmogelijk. Het boek is zo volledig als het maar zijn kan en moet zijn. Handig zijn bovendien de checklisten aan het eind van elk hoofstuk.
Tot slot nog een paar dingen die ik ‘geleerd’ heb van het boek of die me opvielen. Wisten jullie bijvoorbeeld dat…
– een twitterslotje betekent dat je zegt dat je jouw berichtjes perse niet wil hebben doorgepubliceerd, waar dan ook?
– Hyvers eigenlijk minstens 16 moeten zijn, tenzij hun ouders toestemming hebben gegeven? (Vraag me af hoeveel ouders dat daadwerkelijk doen)
– links naar malafide sites niet alleen slecht is voor je search-positie, maar dat het je ook wettelijk in de problemen kan brengen?
Het boek is via Lulu.com verkrijgbaar. Lezers van Dutch Cowboys krijgen echter een korting van 20%. Wil je gebruik maken van die korting mail dan naar dutchcowboys@iusmentis.com. Meer informatie op http://www.iusmentis.com/boek/