Van gamen kunnen we veel leren. Slechts 7% van de kinderen en jongeren gaf aan niets geleerd te hebben van gamen. Het grootste leeraspect is dat ze door gamen steeds makkelijker met de computer kunnen omgaan (64%). Ook hun reactievermogen (48%), doorzettingsvermogen (34%) en oog-handcoördinatie (34%) neemt toe. Spontaan zeiden kinderen en jongeren dat ze door het spelen van games beter en eerder Engels kunnen spreken of sneller kunnen typen.
Games maken school en leren leuker!
Met een overgrote meerderheid zijn kinderen en jongeren het met elkaar eens dat het gebruik van games op scholen goed is (78%). De meeste kinderen en jongeren vinden namelijk dat het school en leren leuker maakt (47%). Vooral kinderen en jongeren die ervaring hebben met games op school zijn positief: 92% van deze kinderen en jongeren vinden games op school goed.
Verschil tussen wat jongens en meisjes van games leren
Het zijn vooral meisjes die via games leren hoe zij zich beter kunnen inleven in andere mensen, dit komt waarschijnlijk omdat zij ook vaker games spelen waarin zij mensen en/of dieren moeten ontwikkelen en verzorgen (‘The Sims’). Jongens spelen vaker actie-, race-, roleplay-, ruimte-, sport- en vechtspellen.
Oneens met vooroordelen
Over gamen heersen verschillende vooroordelen, waaronder: ‘gamen is verslavend, je wordt er dik, eenzaam of agressief van‘. Kinderen en jongeren zijn het echter met de meeste vooroordelen niet eens. Het merendeel vindt wel dat gamen verslavend is: 27% vindt het verslavend en 56% een beetje verslavend. Slechts 17% vindt games niet verslavend. Maar over de dik- of eenzaammakende werking denken ze juist het tegenovergestelde: van het spelen van games wordt je zeker niet dik of eenzaam (48% helemaal oneens met beide uitspraken).
Ouders weten te weinig over games die kinderen spelen
Uit ander onderzoek van TNS NIPO in opdracht van Digibewust onder kinderen en hun ouders blijkt dat slechts 17% van de ouders de games die hun kinderen spelen gewelddadig vindt, tegenover 34% van de kinderen. Ook hebben ouders eenandere inschatting van de moeite die kinderen hebben om te stoppen met een game. 47% van de ouders geeft aan dat hun kinderen meestal wel kunnen stoppen met gamen, ten opzichte van 35% van de kinderen. Overigens speelt de helft van de ouders zelf ook games. Maar het valt te betwijfelen of deze games vergelijkbaar zijn met de games van hun kinderen. Ruim de helft van de ouders vindt dat zij te weinig weten over gamen en heeft meer behoefte aan informatie over gamen in het gezin. Vanaf vandaag kunnen ouders hiervoor terecht op www.weetwatzegamen.nl.