Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
Ooit sprak boksen tot de verbeelding van de massa én de intelligentsia. Niet meer. Tegenwoordig gaat er voor velen eerder bij Conor McGregor en Ronda Rousey een lichtje branden dan bij Anthony Joshua of Saul Alvarez. UFC is koning, en dan volgt er al snel een game of twee.
UFC 2 is een typische EA Sports game, met zijn bombastische hiphop bassen, hyper realisme en tientallen opties. En we bedoelen ook tientallen. Ik moet nog een spel vinden waar je personages met honderd verschillende tatoeages kan onder kalken.
Net zoals bij andere EA Sport games draait de grafische engine weer op volle toeren. Bloed, gebroken neuzen en blauwe plekken zagen er nog nooit zo goed uit. Helaas kunnen we dat niet over de gezichtsanimaties zeggen, waardoor de karakters half emotieloos op elkaar in rammen.
Nu we het toch over vechten hebben, UFC 2 biedt een uitgebreide trainingsmode waar je in elf(!) trainingen leert slaan, trappen, blokken, grijpen, uit grepen ontsnappen en iemand in een arm- of beenklem te krijgen.
Het knokgedeelte is zeker indrukwekkend. Op de knoppen rammen gaat in UFC 2 niet werken. Je moet op het juiste moment slaan, blokken en ontwijken. Daarvoor heb je een enorm arsenaal aan stoten en slagen – en dat ook nog per vechtstijl. Dat maakt UFC 2 tot een boeiend schaakspel…
Theoretisch dan. UFC 2’s probleem is dat het je leert schoppen en slaan, maar niet leert vechten. In mijn gevechten wist ik nooit 100% zeker of een klap aankwam. De controller gaf geen trilling, de tegenstander bewoog licht, het was lastig te zien. De levensmeter helpt ook niet. Waarom ik zo weinig en de tegenstander zoveel had? Geen idee.
Zodra de vechters naar de grond gaan wordt het nog ingewikkelder. Aan jou de taak om of te ontsnappen of een houdgreep te forceren. Het eerste wil nog wel lukken, het tweede vereist een serie voorwaarden die mij nooit echt duidelijk werden.
Het grondvechten gaat ook lang niet zo vloeiend als staand. Weet je bij het laatste nog vloeiend te ontwijken of in ieder geval een klap uit te delen. Op de grond wordt het voornamelijk een kwestie van veel met de poken draaien en er het beste maar van te hopen.
Dan moeten we nog wijs worden uit de vele – en vaak ingewikkelde – modes. Online mode Ultimate team kent bijvoorbeeld ook een kaartensysteem. De enige simpele is Knock-out mode. De eerste die daar vijf rake klappen uitdeelt wint de match. Leuk, alleen duurt het maar een potje. Hadden ze daar niets meer uit kunnen halen?
UFC 2 kost daarom veel tijd en geduld. Net zoals de Fight Night serie is het een simulator game waar Street Fighter fans nachtmerries van zullen krijgen. Er zit zeker een diepgaande en interessante game in, alleen kost je het heel veel moeite om het eruit te krijgen, ondanks de talloze trainingsopties. Voor de fans dus.