Martijn Steinpatz schrijft al jaren over games en speelt ze nog veel langer. Wil meer dan alleen standaard artikelen schrijven.
De hoogtijdagen van de Real Time Strategy game liggen lang achter ons. Nieuwe titels voor Command & Conquer, Age of Empires, Warhammer 40K: Dawn of War en Warcraft zijn eerder wens dan realiteit. StarCraft II: Legacy of the Void zal daar weinig aan veranderen, maar niet zonder slag of stoot.
Want we kunnen veel zeggen over de toekomst van StarCraft maar niet dat Blizzard Entertainment geen poging doet om werkelijk het onderste van de kan eruit te krijgen. StarCraft 2: Legacy of the Void blijkt een van de meest creatieve strategie games uit de serie, misschien zelfs het genre.
Net zoals in de vorige delen bereid Blizzard je met de single player voor op de multiplayer. Dat betekent dat je per missie – grondig – een nieuwe unit leert kennen. Verder stampen de makers erin om razendsnel een basis en economie op te bouwen, omdat je anders (online) gefileerd wordt.
De creativiteit zit hem vooral in hoe de game je dat leert. De ene keer race je tegen een alles verwoestende laserstraal, de andere keer drijf je je manschappen door dodelijke straling of zit je in een partijtje touwtrekken tussen twee rivaliserende kampen. StarCraft jaagt je altijd op, en zelden voelt dat eentonig.
Als variatie zit er af en toe een Diablo-achtige missie tussen, waarbij je een beperkt aantal units bestuurt. Blizzard maakt altijd je lekker met explosieve filmpjes met halfgoden in de hoofdrol, waarna het ingame enorm tegen viel. Deze keer niet. Blizzard leent wat elementen van Heroes of the Storm, waardoor je helden nu écht krachtig aanvoelen.
Het grootste plezier beleef je echter aan je manschappen. Dit keer speel je met de Protoss, een ras dat de uiteindelijke oorlog met het grote kwaad (over het verhaal straks meer) moet gaan winnen. Leider Artanis moet echter eerst alle clans verenigen om het te kunnen verslaan.
Dat heeft gevolgen voor je leger. Naar mate de game vordert krijg je steeds meer variaties van bestaande units. Voor de missie begint kies je met welke eenheden je het slagveld op gaat. Bevalt een bepaalde eenheid niet dan kan je na de missie weer wisselen.
Dit betekent dat je enorm kan experimenteren met combinaties van verschillende eenheden. Nieuwsgierig of unit x, y of z goed met elkaar mengt? StarCraft II laat het toe. Hierdoor blijft de single player zelfs nadat je hem hebt uitgespeeld nog interessant voor een tweede of vierde ronde.
Een ander vernieuwing is de Spear of Aduin. Dit ruimteschip dient niet aleen als je hub tussen de missies door maar ook als aanvulling op het slagveld. Extra troepen nodig, een pylon of een alles verwoestende laserstraal? Koop de juiste upgrades. Overigens kan je ze niet onbeperkt gebruiken, elke optie komt met een tijdlimiet.
De moeilijkheidsgraad lijkt ook wat heftiger dan Heart of the Swarm. Voelde je de tweede expansie teveel de agressor, op normal mode word je in Legacy of the Void regelmatig onder druk gezet. Nog steeds kan je winnen door bepaalde units (zoals de Void Rays) te spammen, maar heel simpel gaat het niet meer.
Legacy of the Void excelleert dus qua de mechanieken, qua verhaal blijft beperkt tot hersenloos vermaak. De meeste plotpunten zie je van verre aankomen en de interessantste worden in een paar regels opgelost. De momenten zijn enerverend, maar uiteindelijk gaat het – met de epiloog – als een nachtkaars uit. Jammer want het StarCraft universum leent zich wel voor de betere drama.
Maar Blizzard bekommert zich meer om mechanieken dan verhaal, zo ook in de co-op mode. Samen met een online partner moet je missies klaren die gebaseerd zijn op scenario’s uit de afgelopen drie campagnes. Daarbij heb je de keuze uit zes verschillenden commandanten met ieder hun eigen legers en perks. De laatste verkrijg je door netgenoemde missies te klaren.
Het werkt uitstekend. De communicatie deden we weliswaar over Skype, maar we zaten elkaar verder nauwelijks in de weg. De perks zorgen voor meer variatie en het gevoel dat je ook op een hogere moeilijkheidsgraad je beter kan handhaven. Wie geen vriend met SCII is er nog een matchmaking systeem. Kortom, een welkome uitbreiding voor de meer sociale RTS’er.
Een variant daarop heet Archon Mode, waar twee spelers één leger delen. Het is een vrij aparte modus, waarbij een bijvoorbeeld de economie doet en de ander de militaire functies. Het helpt experts onervaren spelers voor te bereiden op de keiharde multiplayer, maar daar blijft het ook bij.
Aan de multiplayer lijkt op het eerste gezicht niet veel veranderd. Ieder ras heeft twee nieuwe units gekregen. Dat zorgt er wel voor dat de balans van de game opnieuw op de schop is gegaan, en dat heeft weer gevolgen voor je tactieken.
Starcraft II lijkt wel veel sneller te gaan. Je krijgt meer voorraden. Grote beslissingen in de eerste fase van het gevecht hebben meer impact en daardoor zijn matches veel sneller afgelopen. Ook is er meer nadruk op micromanagement. Dit kan wel intimiderend zijn voor beginners.
Zoals gezegd, weet Blizzard met StarCraft II: Legacy of the Void het maximale uit zijn RTS te krijgen. Of de multiplayer na een half jaar nog aantrekkelijk blijft durven we nu nog niet te zeggen, maar voorlopig zal hij veel fans enorm plezieren.
Wat nu alleen? Blizzard lijkt wel klaar met StarCraft als RTS te zijn, zo blijkt wel uit de finale. Er komen nog expansies uit – die om Sniper Nova Terra draaien – maar wat kunnen de makers nog met dit genre doen? Met Legacy of the Void hebben ze wel het maximale eruit geperst.
Games als Hearthstone, Heroes of the Storm en Overwatch laten zien dat er ook andere succesvollere business models zijn. De laatste moet zich als game nog bewijzen, maar als universum lijkt de titel (gezien de reacties) nu al geslaagd. Waarom zou Blizzard zich nog op ouderwetse genres richten?
Zeg echter nooit nooit. Misschien krijgen we nog eens een StarCraft III (net zoals een WarCraft IV). In de tussentijd is Legacy of the Void verplichte kost voor iedere RTS fan. Misschien zal het de zwanenzang van de RTS zijn, maar dan wel een van episch formaat.