Schrijft al jaren over games, van de kleine indie-games tot de grote najaarstitels. Liefhebber van Dota 2, twijfelt nog over Destiny.
In een poging terug te grijpen op de hoogtijdagen van het real time strategy genre lijkt de ontwikkelaar van Act of Aggression compleet vergeten te zijn dat een goed afgewerkte game en een weldoordachte interface belangrijker zijn dan de mogelijkheid om tot een halve meter van de grond af in te zoomen.
Gelukkig zit de onderliggende game wel goed in elkaar. Act of Aggression bevat drie facties (US, Chimera, Cartel), elk voorzien van haar eigen eenheden. Zoals gebruikelijk binnen het genre zijn die eenheden in zekere zin wel uniek voor elke factie, maar effectief gezien volledig inwisselbaar. Vervolgens werkt elk van die eenheden weer volgens het steen-papier-schaar-principe: sterk tegen het een, zwak tegen het ander. En dat zit allemaal prima in elkaar. Er zijn genoeg eenheden om een mooi legertje samen te stellen en je basis uit te bouwen. Enige opvallende is het ontbreken van eenheden die zich op het water begeven. Schijnbaar vinden oorlogen in 2019 alleen nog maar op het land en in de lucht plaats.
Op het land gebeurt dan ook niets wereldschokkends. Act of Aggression is een degelijke RTS game, maar doet op geen enkele manier echt nieuwe dingen. Om je basis en je eenheden te bouwen ben je afhankelijk van drie soorten resources die je – zoals gewoonlijk – met behulp van raffinaderijen uit de grond moet halen. Leuke toevoeging hieraan is wel dat je na verloop van tijd bepaalde gebouwen of upgrades vrijspeelt zodat deze de desbetreffende resources ook kunnen genereren, waardoor je ook nog verder kunt spelen als het hele speelveld al leeggeroofd is. Dit alles legt een stevige basis voor de game die genoeg diepgang voorziet. Qua opzet een prima RTS dus.
Over de campaign ben ik dan weer minder te spreken. Het verhaal is dermate simplistisch opgesteld dat men is vergeten de verschillende facties motieven te geven die dieper gaan dan ‘het is de vijand’. Nu zijn de verhalen in dit soort games nooit super belangrijk, maar dit kunnen we niet eens als vermakelijk bestempelen.
En de missies die je krijgt voorgeschoteld zijn helaas ook niet geweldig. De taken die je in de missies krijgt geven maar weinig vrijheid. Het gaat hoofdzakelijk om het afwerken van een lijstje van verschillende doelen met beperkte middelen, wat weinig ruimte laat voor een eigen speelstijl. En op het moment dat die ruimte ontstaat kapt de game het gewoon af. Lijstje afgewerkt, dus mag een andere (hogere) macht ervoor zorgen dat de resterende vijanden worden opgeruimd terwijl jij een nieuwe missie met een nieuw boodschappenlijstje krijgt. Nu zitten daar gelukkig wel ook leuke taken tussen, zoals het bouwen van een stevige verdedigingslinie om vervolgens hordes vijanden tegen te houden. Een slachtpartij is dan gegarandeerd.
En als de campaign het enige was wat ik erop aan te merken had, zouden we het hier met recht over een van de betere games in het genre van de afgelopen jaren hebben. Maar ik verraadde het in de inleiding al: het ontbreekt aan een nette afwerking. Van het af en toe niet selecteren van een unit terwijl je er al een paar keer op hebt geklikt, tot eenheden die een steile bergwand zonder problemen oplopen. Allemaal dingen die niet bepaald een goede indruk achterlaten, maar waar je je wel vrij makkelijk overheen kunt zetten.
Speciale aandacht gaat uit naar de interface. Bij een RTS game zou ik zeggen dat je de interface zo compact mogelijk wilt houden zodat er zoveel mogelijk schermruimte openblijft voor het gevecht. Bij Act of Aggression is gekozen voor een brede interface aan de onderkant van het scherm die prima in elkaar steekt, ware het niet dat al die ruimte niet altijd in gebruik is. Van lege hokjes waar nieuwe eenheden en upgrades gekocht zouden kunnen worden – als die zouden bestaan – tot een bouwwachtrij die gewoon een zwarte balk is wanneer er niets gebouwd wordt. Daarbij is de interface ook nog statisch, ondoorzichtig en bovenal weinig meer dan functioneel op zijn best. Dan moet ik helaas concluderen dat ze dat zo’n vijftien jaar geleden een stuk beter konden.
Maar dat alles maakt Act of Aggression nog geen slechte game. Het is gewoon een degelijke RTS, ondanks alle zojuist genoemde schoonheidsfoutjes. Want dat zijn het. Kleine ergernissen waar je je uiteindelijk wel overheen zet, mede mogelijk gemaakt door de sterke basis die daaronder ligt. Met net wat meer aandacht voor de details was het ze ongetwijfeld gelukt om weer een echt goede RTS neer te zetten, maar helaas. Goed, maar niet geweldig. De hoogtijdagen van het real time strategy genre zijn daarmee nog niet teruggekeerd, maar met Act of Aggression komen we wel alweer een stapje dichterbij.